Hier word je opgeleid tot opvoeder in een internaat. Als internaatsopvoeder zal je doorgaans met leerlingen van het lager en/of het secundair onderwijs werken. Van de toekomstige internaatsopvoeder wordt verwacht dat hij in staat is om een relatief grote groep kinderen en jongeren op een gepaste manier te animeren maar ook dat hij studiebegeleiding kan geven. Daarom dien je te beschikken over een praktijkgerichte pedagogische en psychologische basiskennis, aangevuld met kennis en vaardigheden in expressieve en animatietechnieken. De klemtonen liggen op:
Expressie- en animatietechnieken Je verwerft inzicht in spel, expressievormen en -technieken (manuele, dramatische en muzikale expressie). Je ontwikkelt je eigen expressieve, creatieve, recreatieve en communicatieve vaardigheden.
Beroepsgerichte pedagogie Achtereenvolgens wordt nagegaan wat opvoeden inhoudt, worden opvoedingsstijlen ontleed en besproken, worden verschillende opvoedingsmilieus (gezin, school, internaat, instelling, leeftijdgenoten) bestudeerd. Ook worden problematische situaties onderzocht en besproken en worden noties verworven van counseling en probleemoplossende gesprekken.
Beroepsgerichte psychologie In hoofdzaak worden items uit de ontwikkelingspsychologie bestudeerd (aanleg, milieu, schoolkind, puber en adolescent). Bovendien komen een aantal psychologische stromingen aan bod (systeemdenken, persoonsgerichte benadering e.a.) en wordt vanuit de sociale psychologie aandacht gegeven aan groepen en groepsstructuur.
EHBO – GVO Er wordt aandacht besteed aan eerste hulp bij ongevallen en gezondheidsopvoeding. Algemene begrippen qua gezondheid en hygiëne en qua veiligheid worden aangevuld met het aanleren van vaardigheden in het onderkennen van stoornissen, eerstehulpverlening.
Internaatsbeheer met inbegrip van deontologie Je maakt kennis met de wetgeving betreffende organisatie en uitbating van schoolinternaten, aspecten van schoolwetgeving, sociaal en arbeidsrecht, burgerlijk recht (aansprakelijkheidsleer) en jeugdrecht. |