Leren en werken combineren

Inkijk in de modernisering van het stelsel leren en werken naar duaal leren.


Beschrijving

In het systeem van Leren en Werken leer je een beroep op de werkvloer (component werkplekleren). Daarnaast krijg je nog les in de klas (component leren). In het traditionele systeem is het de bedoeling dat deze combinatie van leren en werken bestaat uit ten minste 28 uren engagement per week. Je bent hier dus voltijds mee bezig.

Let op Informeer je goed vooraleer je deze keuze maakt. Ga vooraf na of je om de juiste redenen voor dit stelsel kiest. De stap naar de werkvloer veronderstelt ook dat je de handen uit de mouwen wil steken, af afspraken kan nakomen, leergierig bent en leiding kan aanvaarden…

Indien je leren wil combineren met werken, kan je dat ook doen via Duaal Leren. 
Je hebt dus de keuze tussen volgende 3 leerwegen:

 

Waarin verschillen de systemen?

Welke overeenkomsten zijn mogelijk bij welke leerweg?

Vanaf 1 september 2016 kan je, binnen het stelsel ‘leren en werken’ (DBSO en leertijd) en binnen duaal leren, voor het werkplekleren, nog slechts 3 types overeenkomsten afsluiten:

  • De Stageovereenkomst alternerende opleiding (SAO)
  • De Overeenkomst alternerende opleiding (OAO)
  • De Deeltijdse arbeidsovereenkomst (DA)

 

DBSO (traditioneel) OAO
Vanaf gemiddeld ≥ 20u werken per week op een reële werkplek
DA
Ingeval gemiddeld < 20u werken per maand op een reële werkplek Of Ingeval werken in een bedrijf uit de non- profitsector waarvoor de sociale maribel** geldt
Leertijd (traditioneel) OAO DA
Ingeval werken in een bedrijf uit de non- profitsector waarvoor de sociale maribel geldt
Duale opleiding * OAO
Vanaf gemiddeld ≥ 20u werken per week op een reële werkplek
Stageovereenkomst AO
Ingeval gemiddeld < 20u werken per maand op een reële werkplek

 

*Enkel bij de eenjarige opleiding’ Zorgkundige duaal’, is de Deeltijdse Arbeidsovereenkomst mogelijk in het kader van de Sociale Maribel ** Sociale Maribel? Maatregelen om de tewerkstelling in de non- profitsector te bevorderen. In het kader van leren en werken betreft het enkel werkplekken waarvoor maribel geldt in Vlaanderen en het Brussels hoofdstedelijk gewest. (artikel 1, 1° van het KB van 18 juli 2002)

 

 

Welke vergoeding bij welke overeenkomst?

 

Stageovereenkomst Alternerende opleiding Geen vergoeding Onkostenvergoeding kan eventueel
DA
Deeltijdse arbeidsovereenkomst
Loon Voor je werk tijdens het werkplekleren 
Bedrag is afhankelijk van aantal gewerkte uren + afhankelijk van geldend CAO in de beroepssector
OAO 
Overeenkomst Alternerende opleiding
Leervergoeding
480,90 euro/maand Tijdens 1e jaar van alternerende opleiding

530,70
euro/maand

Na slagen in 1e jaar van de alternerende opleiding (of na geslaagd te zijn in 2e graad SO)
572,10 euro/maand Na slagen in 2e jaar van de alternerende opleiding (of na geslaagd te zijn in 5SO of in de kwalificatiefase BUSO OV3 of in een alternerende opleiding van minimum 2 jaar)
Voor zowel werkplekleren als voor het opleidingsgedeelte dat je volgt

• Ligt vast 
• Is hetzelfde voor alle beroepssectoren (Bedrijven kunnen zelf nog extra bonussen/premies geven).
• Hangt af van het opleidingsjaar dat je volgt

Meer info.
Wanneer je al vóór 1 september 2016 was tewerkgesteld loopt je bestaande overeenkomst verder.
Voor jongeren met een leerovereenkomst die momenteel in hun 3e opleidingsjaar zitten, is de vergoeding 572,94 euro per maand. Op 1 januari 2020 wordt dit bedrag aangepast (index) en kan je het terugvinden op www.leertijd.be