Meubelgarneren - Derde graad - BSO

Studierichting "Meubelgarneren"

Dit specialisatiejaar is vooral praktisch opgevat, al doende leer je de finesses van het vak.
De focus ligt op het analyseren, het voorbereiden, het realiseren en kwaliteitsvol afwerken van meubelstoffeeropdrachten.
Je specialiseert je verder in zowel klassieke als hedendaagse stijlen, patronen en materialen als in de technieken van het meubelgarneren zoals die gebruikt worden in de meubelindustrie.
Je verwerft inzicht in de invloed van de productiegrootte en de productiemiddelen op de manier van werken.
Terwijl je de sangel-, veer-, stik-, weef-, koppel- en stoffeertechniek toepast leer je de verschillende machines die gebruikt worden bij het meubelgarneren alsmaar beter bedienen.
Je maakt op een praktische manier kennis met de eigenschappen en mogelijkheden van de materialen (leder, vullingproducten, lijmen, mousse…).
Je leert verschillende modellen, geraamten … van zetels en stoelen kennen.
Daarnaast krijg je via het uitoefenen van zelfstandige opdrachten, het opmeten, schetsen en uitvoeren steeds beter onder de knie.
Ook leer je met opdrachtgevers overleggen.

Meubelgarneren - Derde graad - BSO

 

Dit specialisatiejaar is vooral praktisch opgevat, al doende leer je de finesses van het vak.
De focus ligt op het analyseren, het voorbereiden, het realiseren en kwaliteitsvol afwerken van meubelstoffeeropdrachten.
Je specialiseert je verder in zowel klassieke als hedendaagse stijlen, patronen en materialen als in de technieken van het meubelgarneren zoals die gebruikt worden in de meubelindustrie.
Je verwerft inzicht in de invloed van de productiegrootte en de productiemiddelen op de manier van werken.
Terwijl je de sangel-, veer-, stik-, weef-, koppel- en stoffeertechniek toepast leer je de verschillende machines die gebruikt worden bij het meubelgarneren alsmaar beter bedienen.
Je maakt op een praktische manier kennis met de eigenschappen en mogelijkheden van de materialen (leder, vullingproducten, lijmen, mousse…).
Je leert verschillende modellen, geraamten … van zetels en stoelen kennen.
Daarnaast krijg je via het uitoefenen van zelfstandige opdrachten, het opmeten, schetsen en uitvoeren steeds beter onder de knie.
Ook leer je met opdrachtgevers overleggen.

Welke lessen krijg ik in "Meubelgarneren" ?

De lesinhouden (lessenroosters) verschillen van school tot school. Scholen hebben een grote vrijheid om het lessenpakket te organiseren. Daarom vermelden we geen lessenroosters meer.
Je kan ervan uitgaan dat de lessen bestaan uit:

  • basisvorming die hetzelfde is voor elke leerling in hetzelfde leerjaar in een studierichting met dezelfde finaliteit +
  • vorming die typisch is voor de studierichting +
  • enkele uurtjes die de school vrij mag invullen

Meer gedetailleerde informatie vind je op de websites van de scholen.

Waar kan ik "Meubelgarneren" volgen ?

  Toon alle scholen

Verfijn je zoekopdracht door één of meerdere filter(s) te selecteren.


Filteren op provincie:
Filteren op arrondissement:
Filteren op gemeente:
Filteren op net:
   
Filteren op methodeschool:
Filteren op schooleigenschap:
 
   
Aantal instellingen gerangschikt per postcode:

Wie wordt toegelaten tot "Meubelgarneren" ?

Je kunt starten in het 3de leerjaar van de 3de graad, ingericht als een 7e leerjaar bso gericht op de arbeidsmarkt als je ofwel:

  • een diploma secundair onderwijs hebt behaald in een studierichting van hetzelfde studiegebied.
    De toelatingsklassenraad kan een advies formuleren in verband met de haalbaarheid of de geschiktheid van je keuze. Dit advies is niet bindend.
  • een diploma secundair onderwijs hebt behaald in een studierichting van een ander studiegebied.
    In dit geval moet de toelatingsklassenraad akkoord gaan. Sommige overstappen worden ‘meestal aanvaard’, soms wegen elders verworven competenties in positieve zin door.
    Voor de studierichting thuis- en bejaardenzorg/zorgkundige geldt dit niet; hier is de toelating enkel mogelijk binnen hetzelfde studiegebied.
  • een studiegetuigschrift van het 2de leerjaar van de 3de graad van het S.O. hebt behaald in een studierichting van hetzelfde studiegebied.
    De toelatingsklassenraad kan een advies formuleren in verband met de haalbaarheid of de geschiktheid van je keuze. Dit advies is niet bindend.
  • een studiegetuigschrift van het 2de leerjaar van de 3de graad van het S.O. hebt behaald in een studierichting van een ander studiegebied.
    In dit geval moet de toelatingsklassenraad akkoord gaan.
    Sommige overstappen worden ‘meestal aanvaard’, soms wegen elders verworven competenties in positieve zin door.
    Voor de studierichting thuis- en bejaardenzorg/zorgkundige geldt dit niet; hier is de toelating enkel mogelijk binnen hetzelfde studiegebied.

Kom je uit een niet-Vlaamse onderwijsinstelling (buitenlandse -, Frans- of Duitstalige school in België) of uit een onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers (OKAN), dan kan de toelatingsklassenraad van de school je toelaten tot dit leerjaar.
Dit moet beslist worden binnen de 25 lesdagen vanaf je start in dat leerjaar. 

Toelating voor cognitief sterk functionerende leerlingen (hoogbegaafd):

Als je verstandelijk vooruit bent op je leeftijdsgenoten (= cognitief sterk functionerend) kan je ook toegelaten worden tot dit leerjaar als je niet beschikt over een studiebewijs (A-, B- of C-attest) van het onderliggende leerjaar en  op voorwaarde dat de klassenraad jou toelaat. De klassenraad is ook bevoegd om te bepalen of een leerling cognitief sterk functionerend is.


Je kan de volgende studiebewijzen behalen:

  • het diploma van secundair onderwijs als je houder bent van het getuigschrift van de 2e graad van het secundair onderwijs én van het 1e leerjaar van de 3e graad, het 2e leerjaar van de 3e graad van bso en het 7e leerjaar gericht op instroom arbeidsmarkt bso met vrucht hebt beëindigd
  • het studiegetuigschrift van het 3e leerjaar van de 3e graad van het secundair onderwijs, ingericht onder de vorm van een 7e leerjaar gericht op instroom arbeidsmarkt als je het leerjaar met vrucht hebt beëindigd, maar niet in aanmerking komt voor het diploma van secundair onderwijs
  • het oriënteringsattest C als je het leerjaar niet met vrucht hebt beëindigd of als je het leerjaar, de onderwijsvorm en de studierichting slechts gedurende een gedeelte van het schooljaar in de betrokken school hebt gevolgd.

Als je op basis van een beslissing van de toelatingsklassenraad bent toegelaten tot het 3e leerjaar van de 3e graad bso, dan wordt dit op het diploma secundair onderwijs ingevuld.

Getuigschrift over de basiskennis van het bedrijfsbeheer

Dit getuigschrift wordt uitgereikt onder de voorwaarden en modaliteiten die zijn vastgelegd in de omzendbrief SO/2008/01.

Mag ik tijdens het schooljaar nog veranderen ?


Veranderen van school mag altijd.
Tot en met 30 september mag je binnen hetzelfde leerjaar veranderen van onderwijsvorm en/of studierichting.
Voor uitzonderlijke gevallen kan de toelatingsklassenraad afwijken van deze datum onder volgende voorwaarden:
a) na kennisname van advies van de begeleidende klassenraad van de studierichting die de leerling tot dan volgt
b) omwille van ernstige medische, psychische, sociale of onderwijskundige redenen.

Wat na "Meubelgarneren" ?

Na deze richting kan je gaan werken.
Raadpleeg hieronder de rubriek 'mogelijke beroepen' om een beeld te krijgen van concrete mogelijkheden. 
Verder studeren kan eventueel ook. Afhankelijk van je capaciteiten, interesse en inzet is verdere doorstroming mogelijk.
Hier per onderwijsniveau een oplijsting van een aantal inhoudelijk verwante vervolgopleidingen.
Let wel ‘inhoudelijk verwant’ wil zeker niet zeggen ‘vlot haalbaar’.

7e jaren TSO/KSO

Je wordt toegelaten tot alle 7e leerjaren tso en kso van hetzelfde studiegebied waarin je het diploma secundair onderwijs hebt behaald.
Dit betekent echter niet dat in de praktijk alle overgangen vanzelfsprekend zijn.
Een 7e leerjaar tso en kso volgen in een ander studiegebied kan enkel na akkoord van de toelatingsklassenraad van de school.
Je vooraf goed informeren is dus de boodschap!

Dit zijn de 7e jaren van dit studiegebied:


Graduaat

Graduaatsopleidingen maken deel uit van het hoger onderwijs en situeren zich qua niveau net onder de professionele bachelor (niveau 5 van de Vlaamse kwalificatiestructuur. )
De graduaatsopleidingen bereiden voor op het uitoefenen van een beroep. 
Let wel op: de toelatingsvoorwaarden zijn verschillend, maar met een diploma secundair onderwijs kan je altijd starten in elke graduaatsopleiding. 

Hier kan je meer lezen over de graduaatsopleidingen.

Professionele Bachelors

Met een diploma secundair mag je starten in een professionele bacheloropleiding.
Na het tso is de overstap naar een inhoudelijk verwante richting meestal haalbaar.
Houd bij je keuze zeker rekening met je vooropleiding.
Na het bso is dit veel minder vanzelfsprekend omwille van de beperkte theoretische vooropleiding. De studierendementscijfers die bij elke richting vermeld worden onder het gelijknamige tabblaadje, informeren je over gemaakte keuzes en gemiddeld studiesucces.
Bespreek je keuze grondig vooraleer te beslissen.

Academische Bachelors

Met een diploma secundair mag je starten in de meeste academische bacheloropleidingen.
Voor enkele opleidingen gelden extra toelatingsvoorwaarden.
Let wel dat deze opleidingen sterk theoretisch zijn en dat een instap na tso, en vooral na bso, zeker niet vanzelfsprekend is.
Deze opleidingen worden meestal door een universiteit georganiseerd.  
Uitzonderingen hierop zijn de opleidingen 'Nautische wetenschappen', georganiseerd door de Hogere Zeevaartschool en de kunstrichtingen in de studiegebieden 'Muziek en Podiumkunsten' en 'Audiovisuele en Beeldende Kunst', die door een School of Arts worden georganiseerd.
De academische opleidingen zijn voor de theorie een pak moeilijker dan de professionele bachelors. De studierendementscijfers die bij elke richting vermeld worden onder het gelijknamige tabblaadje, informeren je over gemaakte keuzes en gemiddeld studiesucces.
Je doet er goed aan je keuze en je kansen op studiesucces vooraf grondig te bespreken met je ouders, leerkrachten, het CLB,...

Dit zijn de inhoudelijk aansluitende opleidingen:


7e jaren gericht op HO

In het aso, kso en bso zijn er 7e leerjaren die voorbereiden op het hoger onderwijs.

  • In het aso gaat het om het 7e leerjaar Bijzonder wetenschappelijke vorming, dat tekorten in de vooropleiding wiskunde en wetenschappen wil bijwerken.
  • In het kso zijn het jaren die voorbereiden op de artistieke toelatingsproeven van het hoger kunstonderwijs.
  • Er is in het bso 1 7e leerjaar dat de leerlingen voorbereidt op het hoger onderwijs.
    Meer info vind je hier

 

Sommige voorbereidende jaren worden in geen enkele school ingericht. Dit kan jaarlijks wijzigen.

7e jaar BSO gericht op arbeidsmarkt

Je mag ook nog een ander 7e leerjaar bso gericht op de arbeidsmarkt volgen.
Wil je een richting uit een ander studiegebied, dan moet de toelatingsklassenraad dit toestaan. 

 

Vergeet ook de opleidingsmogelijkheden in het Volwassenenonderwijs, bij Syntra, de VDAB, bij Defensie, Politie, ... niet.

Mogelijke beroepen

Hier een overzicht van beroepen die mogelijk zijn na deze opleiding. Enkel beroepen uit de beroependatabase van Onderwijskiezer zijn vermeld. Er kunnen dus steeds nog andere mogelijkheden zijn. Klik op een beroep voor meer informatie.



Wanneer bachelordiploma behaald?

Bachelordiploma behaald Geen bachelordiploma behaald Bachelordiploma behaald
Professionele bachelor Academische bachelor
binnen vooropgestelde studieduur vooropgestelde studieduur +1 vooropgestelde studieduur +2 en meer binnen vooropgestelde studieduur vooropgestelde studieduur +1 vooropgestelde studieduur +2 en meer na vooropgestelde studieduur +2 en meer na max vooropgestelde studieduur +2
0,00 % 0,00 % 0,00 % 0,00 % 0,00 % 0,00 % 100,00 % 0,00 %

Aantal studenten 74
Aantal studenten rechtstreeks naar HO 1
Participatiegraad 1,4%

Hoe dit interpreteren?

1 voltijds studiejaar komt overeen met 60 studiepunten.
Een standaard bacheloropleiding heeft een studieomvang van 180 studiepunten en duurt dus meestal 3 academiejaren. Als de student voor het geheel van zo’n standaardopleiding in maximum 3 jaar slaagt, heeft hij het bachelordiploma behaald binnen de vooropgestelde studieduur*.

Het gebeurt dat studenten er 1 à 2 jaar langer over doen alvorens ze het bachelordiploma behalen. Of zelfs meer. In dat geval is er sprake van ‘vooropgestelde studieduur + 1’ of ‘vooropgestelde studieduur + 2’. Het gebeurt ook dat studenten na minimum 5 jaar studie, het bachelordiploma (nog) niet behaald hebben.

De tabel toont het percentage van leerlingen uit deze studierichting (secundair onderwijs, 3e graad), die hun 1e bachelordiploma behalen na resp. de vooropgestelde studieduur, de vooropgestelde studieduur + 1 jaar en de vooropgestelde studieduur + 2 jaar en meer. Het behalen van een bachelordiploma betekent dat de student geslaagd verklaard is voor het geheel van de bacheloropleiding.

In de berekeningen worden enkel jongeren meegenomen die zich onmiddellijk na het secundair onderwijs, voor het eerst in een academische of professionele bachelor inschrijven met een diplomacontract, aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.
De cijfers hebben betrekking op de generatiestudenten periode van 2016-2017 tot en met 2022-2023.


Uitleg:

0,00 % van de studenten die onmiddellijk na deze studierichting secundair onderwijs (SO) gestart zijn in een bacheloropleiding (professionele of academische bachelor), behaalt na de vooropgestelde studieduur een diploma van professionele bachelor.

(nog) Geen bachelordiploma behaald:

100,00 % van de studenten die onmiddellijk na deze studierichting SO gestart zijn in hetzij een professionele hetzij een academische bachelor, behaalde (nog) geen diploma binnen de vooropgestelde studieduur+ 2 jaar.

Opgelet:

  • Enkel het eerst behaalde bachelordiploma wordt meegeteld. Enkel als een student in hetzelfde academiejaar een eerste academische bachelor én een eerste professionele bachelor behaalt, worden beide diploma’s meegeteld.
  • Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (minimum 30) uit deze studierichting SO onmiddellijk overstapt naar een bachelor, worden de cijfers weergegeven. Bij minder studenten zijn de cijfers weinig betekenisvol.
  • Deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het behalen van een bachelordiploma.

* Vooropgestelde studieduur: wordt bepaald op het moment van afstuderen op basis van de studieomvang van de opleiding.
De vooropgestelde studieduur kan verschillen van opleiding tot opleiding.

  • Vb. Voor een opleiding van 180 studiepunten betekent ‘binnen de vooropgestelde studieduur’ dat de student er maximum 3 jaar over doet om af te studeren. De ‘vooropgestelde studieduur +1’ komt overeen met 4 jaar; de ‘vooropgestelde studieduur + 2 en meer’ komt overeen met 5 jaar en meer.”
  • Vb. De professionele bachelor Verpleegkunde heeft een studieomvang van 240 studiepunten en duurt bijgevolg 4 jaar. Als de student er in deze opleiding verpleegkunde slaagt binnen maximum 4 jaar, heeft hij ook het bachelordiploma behaald binnen de vooropgestelde studieduur.

bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming

Wanneer graduaatsdiploma behaald?

Graduaatsdiploma behaald?
binnen vooropgestelde studieduur vooropgestelde studieduur +1j vooropgestelde studieduur +2j en meer diploma (nog) niet behaald (nog) geen diploma vooropgestelde studieduur +1 diploma behaald na max vooropgestelde duur +1j
0,00 % 0,00 % 0,00 % 100,00 % 100,00 % 0,00 %

Aantal studenten 4
Aantal studenten rechtstreeks naar HO 4
Participatiegraad 100,00%

Hoe dit interpreteren?

Eén voltijds studiejaar komt overeen met 60 studiepunten.
Een standaard graduaatsopleiding heeft een studieomvang van 120 studiepunten en duurt dus meestal 2 academiejaren.
Als de student voor het geheel van zo’n standaardopleiding in maximum 2 jaar slaagt, heeft hij het graduaatsdiploma behaald binnen de vooropgestelde studieduur.
Het gebeurt dat studenten er 1 à 2 jaar langer over doen alvorens ze het graduaatsdiploma behalen. Of zelfs meer. In dat geval is er sprake van ‘vooropgestelde studieduur + 1’ of ‘vooropgestelde studieduur + 2’. Het gebeurt ook dat studenten na minimum 4 jaar studie, het graduaatsdiploma (nog) niet behaald hebben.

De tabel toont het percentage van leerlingen uit deze studierichting (secundair onderwijs, 3e graad), die hun 1e graduaatsdiploma behalen na resp. de vooropgestelde studieduur, de vooropgestelde studieduur + 1 jaar en de vooropgestelde studieduur + 2 jaar.

In de berekeningen worden enkel jongeren meegenomen die zich onmiddellijk na het secundair onderwijs, voor het eerst in graduaatsopleiding inschrijven aan hogeschool.

De cijfers hebben betrekking op de generatiestudenten periode van 2019-2020 tot en met 2021-2022.


Uitleg:

0,00 % van de studenten die onmiddellijk na deze studierichting secundair onderwijs (SO) gestart zijn in een graduaatsopleiding, behaalt na de vooropgestelde studieduur een diploma van professionele bachelor.

(Nog) Geen graduaatsdiploma behaald:

100,00 % van de studenten die onmiddellijk na deze studierichting SO gestart zijn in een graduaatsopleiding behaalde (nog) geen diploma binnen de vooropgestelde studieduur+ 1 jaar.

Opgelet:

  • Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (minimum 30) uit deze studierichting SO onmiddellijk overstapt naar een graduaatsopleiding, worden de cijfers weergegeven. Bij minder studenten zijn de cijfers weinig betekenisvol.
  • Deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het behalen van een graduaatsdiploma.

bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming