Agro- en Biotechnologie : Landbouw - Professionele bachelor

 

Een stevige basis wetenschappen, algemene vorming en bedrijfseconomie stoomt je klaar voor een job in de landbouwsector.

De afstudeerrichting Landbouw is een praktijkgerichte opleiding waarin je zowel wetenschappelijke als verbredende vakken volgt én deze aanvult met heel wat oefen-, labo- en praktijksessies. Zo vind je op je lessenrooster:



  • wetenschappelijke vakken zoals agrochemie, microbiologie, wetenschapscommunicatie, bodemkunde en bodembewerking, … 

  • algemeen vormende vakken zoals informatica, communicatievaardigheden, wetgeving, en bedrijfseconomie. Een deel van deze vakken volg je samen met studenten die een andere afstudeerrichting kozen. 

  • Specifiek voor de afstudeerrichting Landbouw staan er op jouw programma ook vakken rond ecologie, chemie, plantenbescherming, dataverwerking en bedrijfsmanagement.


Vanaf het tweede opleidingsjaar loop je stage. In het derde jaar wordt de stage langer én koppel je er ook een bachelorproef aan. En wil je naar het buitenland? Dan is er een groot aanbod aan internationale stageplekken.
Al in het eerste jaar van de opleiding Agro- en Biotechnologie kies je voor deze afstudeerrichting. 

Is deze opleiding iets voor jou?
Jij bent gefascineerd door het leven op een boerderij en wil graag dieren kweken of gewassen telen. Of je wil aan de slag bij toeleveringsbedrijven van de land- en tuinbouw. Je steekt graag je handen uit de mouwen en droomt van een job in de landbouwsector. Een specifieke vooropleiding vanuit het secundair onderwijs is niet nodig. De meeste vakken beginnen vanaf nul. Heb je een stevige basis chemie? Dan is dat mooi meegenomen.



Studiepunten

180

Agro- en Biotechnologie : Landbouw - Professionele bachelor

Algemene info

Een stevige basis wetenschappen, algemene vorming en bedrijfseconomie stoomt je klaar voor een job in de landbouwsector.

De afstudeerrichting Landbouw is een praktijkgerichte opleiding waarin je zowel wetenschappelijke als verbredende vakken volgt én deze aanvult met heel wat oefen-, labo- en praktijksessies. Zo vind je op je lessenrooster:



  • wetenschappelijke vakken zoals agrochemie, microbiologie, wetenschapscommunicatie, bodemkunde en bodembewerking, … 

  • algemeen vormende vakken zoals informatica, communicatievaardigheden, wetgeving, en bedrijfseconomie. Een deel van deze vakken volg je samen met studenten die een andere afstudeerrichting kozen. 

  • Specifiek voor de afstudeerrichting Landbouw staan er op jouw programma ook vakken rond ecologie, chemie, plantenbescherming, dataverwerking en bedrijfsmanagement.


Vanaf het tweede opleidingsjaar loop je stage. In het derde jaar wordt de stage langer én koppel je er ook een bachelorproef aan. En wil je naar het buitenland? Dan is er een groot aanbod aan internationale stageplekken.
Al in het eerste jaar van de opleiding Agro- en Biotechnologie kies je voor deze afstudeerrichting. 

Is deze opleiding iets voor jou?
Jij bent gefascineerd door het leven op een boerderij en wil graag dieren kweken of gewassen telen. Of je wil aan de slag bij toeleveringsbedrijven van de land- en tuinbouw. Je steekt graag je handen uit de mouwen en droomt van een job in de landbouwsector. Een specifieke vooropleiding vanuit het secundair onderwijs is niet nodig. De meeste vakken beginnen vanaf nul. Heb je een stevige basis chemie? Dan is dat mooi meegenomen.


Studiepunten

180

Instellingen die de opleiding organiseren met keuzetraject(en):

Onderwijskiezer ziet een keuzetraject als een essentieel deel van de opleiding, dat mede de eigenheid van die opleiding bepaalt. De onderwijsinstellingen gebruiken verschillende benamingen en /of criteria om een keuzetraject aan te duiden. Daarom kiezen we er voor om een vak of een pakket van vakken als keuzetraject te benoemen als dit minstens 6 studiepunten omvat.

Thomas More - Campus Geel

Akkerbouw

Intensieve veehouderij

Landbouwmechanisatie

Rundveeteelt


Hogeschool VIVES - Campus Roeselare

Algemene landbouw

Landbouwmechanisatie



Instellingen die de opleiding organiseren zonder keuzetraject(en):

HOGENT - Campus Melle

Odisee - Campus Sint-Niklaas


Taal

TOELATINGSVOORWAARDEN

Je wordt rechtstreeks toegelaten als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's:

  • een diploma van secundair onderwijs;
  • een diploma van vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
  • een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
  • een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid);
  • een buitenlands diploma of getuigschrift dat gelijkwaardig verklaard is met één van bovenstaande.

    Uitzondering:
    • Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
    • Er is een verplichte en bindende starttoets voor de lerarenopleidingen.

Afwijkende toelatingsvoorwaarden

De hogescholen hebben verplicht een reglement voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen. Dit reglement kan je bij elke instelling opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen ;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. een proef of een gesprek of ...).
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs!! 

Extra taalvoorwaarden voor internationale studenten

De onderwijsinstellingen kunnen het slagen in een examen in de onderwijstaal opleggen als toelatingseis voor houders van een buitenlands diploma.

Situering

Opleiding: Agro- en Biotechnologie 

Afstudeerrichting: Landbouw

Studieniveau: Professionele bachelor - HO

Studiegebied: Biotechniek

Belangstellingsdomeinen: Exacte wetenschappen, Techniek,

Schoolvakken SO: Biologie, Biotechniek, Chemie, Landbouw, Natuurwetenschappen,

Andere Afstudeerrichtingen

De andere afstudeerrichtingen van Agro- en Biotechnologie zijn:

Agro- en Biotechnologie : Agro-industrie (Professionele bachelor - HO)
Agro- en Biotechnologie : Biotechnologie (Professionele bachelor - HO)
Agro- en Biotechnologie : Dierenzorg (Professionele bachelor - HO)
Agro- en Biotechnologie : Groenmanagement (Professionele bachelor - HO)
Agro- en Biotechnologie : Tuinbouw (Professionele bachelor - HO)
Agro- en Biotechnologie : Voedingstechnologie (Professionele bachelor - HO)

Vervolgopleidingen

Na een professioneel gerichte bacheloropleiding kan je binnen het hoger onderwijs verder studeren in:


een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)

Een Ba-na-ba is een opleiding van 60 studiepunten. Het is in feite een voortgezette, gespecialiseerde (verbredend of verdiepend) opleiding. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De opleiding leidt tot een diploma. Een Ba-na-ba kan je niet volgen als basisdiploma. Je kan een Ba-na-ba starten als je een bachelor of masterdiploma hebt behaald. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per Ba-na-Ba


een verkorte bachelor

Wanneer je al een bachelor of master hebt behaald en bijkomend een andere bachelor wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor leidt naar een volwaardig bachelordiploma. Het aantal vrijstellingen dat je kan krijgen kan per opleiding en per hogeschool verschillen. Voor meer info neem je best contact op met de instelling.


een postgraduaat

Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten. Je kan deze opleiding volgen na een bachelor- of masteropleiding. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties.  Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten.

De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.


een schakelprogramma

Dit is een overgangsprogramma tussen een professionele bachelor en een master, met een studieomvang van ten hoogste 90 studiepunten. De juiste omvang hangt af van de vooropleiding die je volgde en de gekozen master. 
Bedoeling is: academische vaardigheden en wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis bijbrengen. Een schakelprogramma levert geen academische graad of diploma op, je hoeft dus ook geen leerkrediet in te zetten.  
Een schakelprogramma geeft toegang tot één welbepaalde master in een welbepaalde instellng.


een lerarenopleiding

Na een professionele bachelor kan je via een verkorte educatieve bacheloropleiding leraar worden. Deze opleiding neemt 60 studiepunten in beslag en wordt georganiseerd door een hogeschool. Meer info.


na- of bijscholingen

Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.

Flexibele leersystemen

Deze opleiding kan ook gevolgd worden in een flexibel leersysteem. Je ziet hier per onderwijsinstelling de mogelijkheden.

Thomas More, Campus Geel

Starten in februari
VDAB-traject

Hogeschool VIVES, Campus Roeselare

Afstandsonderwijs
Starten in februari

HOGENT, Campus Melle

Starten in februari

Odisee, Campus Sint-Niklaas

Afstandsonderwijs
Starten in februari

Instellingen

Kleinhoefstraat 4  2440 Geel

Wilgenstraat 32  8800 Roeselare

Brusselsesteenweg 161  9090 Melle

Hospitaalstraat 23  9100 Sint-Niklaas

Beroepsuitwegen

Er zijn deze jobmogelijkheden:
- Uitbatenvan een landbouwbedrijf door productverwerking op hoeveschaal of landbouwproductie in de breedste zin van het woord: akkerbouw- en veeteeltbedrijven, veevoederbedrijven
- Werken in de para-agrarische sector: hoevetoerisme, mechanisatiebedrijven
- Begeleiden van de landbouwproductie: als medewerker bij overheidsdiensten, technisch-commercieel vertegenwoordiger, teeltbegeleider van agro-industriële bedrijven, medewerker bij voorlichtingsdiensten, controle en administratie bij overheidsinstellingen en toeleveringsbedrijven (grondstoffen, materialen, plantenbescherming), onderzoekscentra.

Hier een overzicht van mogelijke aansluitende beroepen uit de beroependatabase van onderwijskiezer.
Er kunnen steeds nog andere mogelijkheden zijn. 
Klik op een beroep voor meer informatie.

Mogelijke beroepen

Boomkweker
Inspecteur land- en tuinbouw
Landbouwer
Landbouwkundig adviseur
Landbouwkundig onderzoeker
Pluim- en kleinveekweker
Productieverantwoordelijke land- en tuinbouw

Vlaamse Kwalificatiestructuur

  • Kwalificaties beschrijven wat je moet kennen en kunnen om een beroep uit te oefenen, een opleiding te starten of deel te nemen aan de maatschappij. De Kwalificatiedatabank bevat alle beroepskwalificaties en onderwijskwalificaties uit de Vlaamse kwalificatiestructuur.

VKS - Onderwijskwalificatie Professionele Bachelor: Agro- en biotechnologie

Studierendement

Studierendement is iets anders dan slaagpercentage.
Toelichting vind je onder de tabel. We raden je aan om de cijfers rond het studierendement met een (leerling)begeleider of een CLB-medewerker te bespreken.
Vanaf schooljaar 2025-2026 zullen omwille van de modernisering van het SO de cijfers tijdelijk niet beschikbaar zijn.
Vanaf 2027-2028 levert het departement onderwijs en vorming nieuwe cijfers aan.

Studierichting 3e graad SO Aantal studenten Participatie-
graad
Gemiddeld
SR
SR
0%
SR
1-24%
SR
25-49%
SR
50-84%
SR
85-100%
SR
nvt
Gespecialiseerde dierenverzorging (BSO) 193 19,69 22,8 57 50 28 23 6 29
Tuinaanleg en onderhoud (BSO) 33 3,70 40,3 4 11 4 6 4 4

Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.

Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten (waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%, 50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% = de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.

Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:

  • ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
  • VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
  • met een DIPLOMACONTRACT,
  • aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.

Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.

Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.

extra info over studierendement



bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming


Gegevens bijgewerkt tot 03-06-2024

Agro- en Biotechnologie : Landbouw - Professionele bachelor

Algemene info

Een stevige basis wetenschappen, algemene vorming en bedrijfseconomie stoomt je klaar voor een job in de landbouwsector.

De afstudeerrichting Landbouw is een praktijkgerichte opleiding waarin je zowel wetenschappelijke als verbredende vakken volgt én deze aanvult met heel wat oefen-, labo- en praktijksessies. Zo vind je op je lessenrooster:



  • wetenschappelijke vakken zoals agrochemie, microbiologie, wetenschapscommunicatie, bodemkunde en bodembewerking, … 

  • algemeen vormende vakken zoals informatica, communicatievaardigheden, wetgeving, en bedrijfseconomie. Een deel van deze vakken volg je samen met studenten die een andere afstudeerrichting kozen. 

  • Specifiek voor de afstudeerrichting Landbouw staan er op jouw programma ook vakken rond ecologie, chemie, plantenbescherming, dataverwerking en bedrijfsmanagement.


Vanaf het tweede opleidingsjaar loop je stage. In het derde jaar wordt de stage langer én koppel je er ook een bachelorproef aan. En wil je naar het buitenland? Dan is er een groot aanbod aan internationale stageplekken.
Al in het eerste jaar van de opleiding Agro- en Biotechnologie kies je voor deze afstudeerrichting. 

Is deze opleiding iets voor jou?
Jij bent gefascineerd door het leven op een boerderij en wil graag dieren kweken of gewassen telen. Of je wil aan de slag bij toeleveringsbedrijven van de land- en tuinbouw. Je steekt graag je handen uit de mouwen en droomt van een job in de landbouwsector. Een specifieke vooropleiding vanuit het secundair onderwijs is niet nodig. De meeste vakken beginnen vanaf nul. Heb je een stevige basis chemie? Dan is dat mooi meegenomen.


Studiepunten

180

Instellingen die de opleiding organiseren met keuzetraject(en):

Onderwijskiezer ziet een keuzetraject als een essentieel deel van de opleiding, dat mede de eigenheid van die opleiding bepaalt. De onderwijsinstellingen gebruiken verschillende benamingen en /of criteria om een keuzetraject aan te duiden. Daarom kiezen we er voor om een vak of een pakket van vakken als keuzetraject te benoemen als dit minstens 6 studiepunten omvat.

Thomas More - Campus Geel

Akkerbouw

Intensieve veehouderij

Landbouwmechanisatie

Rundveeteelt


Hogeschool VIVES - Campus Roeselare

Algemene landbouw

Landbouwmechanisatie



Instellingen die de opleiding organiseren zonder keuzetraject(en):

HOGENT - Campus Melle

Odisee - Campus Sint-Niklaas


Taal

TOELATINGSVOORWAARDEN

Je wordt rechtstreeks toegelaten als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's:

  • een diploma van secundair onderwijs;
  • een diploma van vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
  • een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
  • een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid);
  • een buitenlands diploma of getuigschrift dat gelijkwaardig verklaard is met één van bovenstaande.

    Uitzondering:
    • Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
    • Er is een verplichte en bindende starttoets voor de lerarenopleidingen.

Afwijkende toelatingsvoorwaarden

De hogescholen hebben verplicht een reglement voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen. Dit reglement kan je bij elke instelling opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen ;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. een proef of een gesprek of ...).
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs!! 

Extra taalvoorwaarden voor internationale studenten

De onderwijsinstellingen kunnen het slagen in een examen in de onderwijstaal opleggen als toelatingseis voor houders van een buitenlands diploma.

Situering

Opleiding: Agro- en Biotechnologie 

Afstudeerrichting: Landbouw

Studieniveau: Professionele bachelor - HO

Studiegebied: Biotechniek

Belangstellingsdomeinen: Exacte wetenschappen, Techniek,

Schoolvakken SO: Biologie, Biotechniek, Chemie, Landbouw, Natuurwetenschappen,

Andere Afstudeerrichtingen

De andere afstudeerrichtingen van Agro- en Biotechnologie zijn:

Agro- en Biotechnologie : Agro-industrie (Professionele bachelor - HO)
Agro- en Biotechnologie : Biotechnologie (Professionele bachelor - HO)
Agro- en Biotechnologie : Dierenzorg (Professionele bachelor - HO)
Agro- en Biotechnologie : Groenmanagement (Professionele bachelor - HO)
Agro- en Biotechnologie : Tuinbouw (Professionele bachelor - HO)
Agro- en Biotechnologie : Voedingstechnologie (Professionele bachelor - HO)

Vervolgopleidingen

Na een professioneel gerichte bacheloropleiding kan je binnen het hoger onderwijs verder studeren in:


een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)

Een Ba-na-ba is een opleiding van 60 studiepunten. Het is in feite een voortgezette, gespecialiseerde (verbredend of verdiepend) opleiding. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De opleiding leidt tot een diploma. Een Ba-na-ba kan je niet volgen als basisdiploma. Je kan een Ba-na-ba starten als je een bachelor of masterdiploma hebt behaald. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per Ba-na-Ba


een verkorte bachelor

Wanneer je al een bachelor of master hebt behaald en bijkomend een andere bachelor wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor leidt naar een volwaardig bachelordiploma. Het aantal vrijstellingen dat je kan krijgen kan per opleiding en per hogeschool verschillen. Voor meer info neem je best contact op met de instelling.


een postgraduaat

Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten. Je kan deze opleiding volgen na een bachelor- of masteropleiding. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties.  Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten.

De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.


een schakelprogramma

Dit is een overgangsprogramma tussen een professionele bachelor en een master, met een studieomvang van ten hoogste 90 studiepunten. De juiste omvang hangt af van de vooropleiding die je volgde en de gekozen master. 
Bedoeling is: academische vaardigheden en wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis bijbrengen. Een schakelprogramma levert geen academische graad of diploma op, je hoeft dus ook geen leerkrediet in te zetten.  
Een schakelprogramma geeft toegang tot één welbepaalde master in een welbepaalde instellng.


een lerarenopleiding

Na een professionele bachelor kan je via een verkorte educatieve bacheloropleiding leraar worden. Deze opleiding neemt 60 studiepunten in beslag en wordt georganiseerd door een hogeschool. Meer info.


na- of bijscholingen

Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.

Flexibele leersystemen

Deze opleiding kan ook gevolgd worden in een flexibel leersysteem. Je ziet hier per onderwijsinstelling de mogelijkheden.

Thomas More, Campus Geel

Starten in februari
VDAB-traject

Hogeschool VIVES, Campus Roeselare

Afstandsonderwijs
Starten in februari

HOGENT, Campus Melle

Starten in februari

Odisee, Campus Sint-Niklaas

Afstandsonderwijs
Starten in februari

Instellingen

Kleinhoefstraat 4  2440 Geel

Wilgenstraat 32  8800 Roeselare

Brusselsesteenweg 161  9090 Melle

Hospitaalstraat 23  9100 Sint-Niklaas

Beroepsuitwegen

Er zijn deze jobmogelijkheden:
- Uitbatenvan een landbouwbedrijf door productverwerking op hoeveschaal of landbouwproductie in de breedste zin van het woord: akkerbouw- en veeteeltbedrijven, veevoederbedrijven
- Werken in de para-agrarische sector: hoevetoerisme, mechanisatiebedrijven
- Begeleiden van de landbouwproductie: als medewerker bij overheidsdiensten, technisch-commercieel vertegenwoordiger, teeltbegeleider van agro-industriële bedrijven, medewerker bij voorlichtingsdiensten, controle en administratie bij overheidsinstellingen en toeleveringsbedrijven (grondstoffen, materialen, plantenbescherming), onderzoekscentra.

Hier een overzicht van mogelijke aansluitende beroepen uit de beroependatabase van onderwijskiezer.
Er kunnen steeds nog andere mogelijkheden zijn. 
Klik op een beroep voor meer informatie.

Mogelijke beroepen

Boomkweker
Inspecteur land- en tuinbouw
Landbouwer
Landbouwkundig adviseur
Landbouwkundig onderzoeker
Pluim- en kleinveekweker
Productieverantwoordelijke land- en tuinbouw

Vlaamse Kwalificatiestructuur

  • Kwalificaties beschrijven wat je moet kennen en kunnen om een beroep uit te oefenen, een opleiding te starten of deel te nemen aan de maatschappij. De Kwalificatiedatabank bevat alle beroepskwalificaties en onderwijskwalificaties uit de Vlaamse kwalificatiestructuur.

VKS - Onderwijskwalificatie Professionele Bachelor: Agro- en biotechnologie

Studierendement

Studierendement is iets anders dan slaagpercentage.
Toelichting vind je onder de tabel. We raden je aan om de cijfers rond het studierendement met een (leerling)begeleider of een CLB-medewerker te bespreken.
Vanaf schooljaar 2025-2026 zullen omwille van de modernisering van het SO de cijfers tijdelijk niet beschikbaar zijn.
Vanaf 2027-2028 levert het departement onderwijs en vorming nieuwe cijfers aan.

Studierichting 3e graad SO Aantal studenten Participatie-
graad
Gemiddeld
SR
SR
0%
SR
1-24%
SR
25-49%
SR
50-84%
SR
85-100%
SR
nvt
Gespecialiseerde dierenverzorging (BSO) 193 19,69 22,8 57 50 28 23 6 29
Tuinaanleg en onderhoud (BSO) 33 3,70 40,3 4 11 4 6 4 4

Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.

Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten (waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%, 50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% = de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.

Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:

  • ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
  • VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
  • met een DIPLOMACONTRACT,
  • aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.

Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.

Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.

extra info over studierendement



bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming


Gegevens bijgewerkt tot 03-06-2024