Pedagogische wetenschappen : Pedagogiek en onderwijskunde - Academische bachelor

 

In de opleiding staan opvoeding, onderwijs, opleiding en vorming centraal. Je verdiept je grondig in pedagogische theorieën, fenomenen en praktijken. Je leert het pedagogisch handelen te begrijpen en te optimaliseren via het begeleiden van individuen, groepen, instellingen en beleidsinstanties.


Het bachelorprogramma is opgebouwd rond een aantal algemene opleidingsonderdelen waarbinnen vier lagen te onderscheiden zijn: een methodologische basis, een ondersteunende laag, een pedagogische kern en een praktijklaag. Vanaf het tweede jaar worden de lagen verder verbreed en verdiept en aangevuld met een deontologische laag. Vanaf het derde bachelorjaar is het programma gedifferentieerd in functie van de afstudeerrichtingen.


De specifieke vakken voor deze afstudeerrichtingen zijn: Kleuteronderwijs / Taaldidactiek / Didactische werkvormen / Wiskundedidactiek / Curriculumontwikkeling / Integratieseminarie.


Voor wie?



  • Veel jongeren hebben interesse voor de mens-in-ontwikkeling. Het gaat hierbij niet alleen om kinderen maar ook om volwassenen. Hoe kun je via pedagogisch handelen (opvoeden, onderwijs, vorming, opleiding) die ontwikkeling stimuleren, optimaliseren, bijsturen enz.

  • Pedagogische vaardigheden worden tijdens de opleiding zelf bijgebracht, maar van een beginnend pedagoog mag verwacht worden dat hij of zij beschikt over een levendige belangstelling voor anderen: voor kinderen en ouderen, voor individuen en groepen en voor het hele maatschappelijk gebeuren. Geduldig kunnen omgaan met kinderen en andere leeftijdsgroepen is een evidente basisvaardigheid.

  • Pure wiskunde komt niet in het studieprogramma voor. Wel vormt statistiek een belangrijk onderdeel van de opleiding. De cursus omvat een geheel van methodes om op een wiskundige manier resultaten van tests, observaties, enquêtes … te verwerken, waaruit de studenten controleerbare besluiten kunnen trekken. Kennis van wiskunde uit het secundair onderwijs volstaat als voorkennis.


Aanvullende info:

Universiteit Gent - Campus Gent


Studiepunten

180 (bachelor) + 120 (master)

Pedagogische wetenschappen : Pedagogiek en onderwijskunde - Academische bachelor

Algemene info

In de opleiding staan opvoeding, onderwijs, opleiding en vorming centraal. Je verdiept je grondig in pedagogische theorieën, fenomenen en praktijken. Je leert het pedagogisch handelen te begrijpen en te optimaliseren via het begeleiden van individuen, groepen, instellingen en beleidsinstanties.


Het bachelorprogramma is opgebouwd rond een aantal algemene opleidingsonderdelen waarbinnen vier lagen te onderscheiden zijn: een methodologische basis, een ondersteunende laag, een pedagogische kern en een praktijklaag. Vanaf het tweede jaar worden de lagen verder verbreed en verdiept en aangevuld met een deontologische laag. Vanaf het derde bachelorjaar is het programma gedifferentieerd in functie van de afstudeerrichtingen.


De specifieke vakken voor deze afstudeerrichtingen zijn: Kleuteronderwijs / Taaldidactiek / Didactische werkvormen / Wiskundedidactiek / Curriculumontwikkeling / Integratieseminarie.


Voor wie?



  • Veel jongeren hebben interesse voor de mens-in-ontwikkeling. Het gaat hierbij niet alleen om kinderen maar ook om volwassenen. Hoe kun je via pedagogisch handelen (opvoeden, onderwijs, vorming, opleiding) die ontwikkeling stimuleren, optimaliseren, bijsturen enz.

  • Pedagogische vaardigheden worden tijdens de opleiding zelf bijgebracht, maar van een beginnend pedagoog mag verwacht worden dat hij of zij beschikt over een levendige belangstelling voor anderen: voor kinderen en ouderen, voor individuen en groepen en voor het hele maatschappelijk gebeuren. Geduldig kunnen omgaan met kinderen en andere leeftijdsgroepen is een evidente basisvaardigheid.

  • Pure wiskunde komt niet in het studieprogramma voor. Wel vormt statistiek een belangrijk onderdeel van de opleiding. De cursus omvat een geheel van methodes om op een wiskundige manier resultaten van tests, observaties, enquêtes … te verwerken, waaruit de studenten controleerbare besluiten kunnen trekken. Kennis van wiskunde uit het secundair onderwijs volstaat als voorkennis.


Studiepunten

180 (bachelor) + 120 (master)


Instellingen:

Universiteit Gent - Campus Gent


Taal

TOELATINGSVOORWAARDEN

Je wordt rechtstreeks toegelaten tot een academische bacheloropleiding als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's, behaald aan een onderwijsinstelling van de Vlaamse Gemeenschap:

  • een diploma van secundair onderwijs;
  • een diploma van het vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
  • een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
  • een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid)

    Uitzonderingen :
  • Er is een toelatingsexamen voor de bacheloropleidingen in de studiegebieden Diergeneeskunde, Geneeskunde en Tandheelkunde (info: toelatingsexamenartstandarts.be );
  • Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
  • Er is een ijkingstoets voor een aantal opleidingen. Bij sommige is die verplicht. Meer info vind je hier

Afwijkende toelatingsvoorwaarden:
De onderwijsinstellingen hebben een reglement moeten opstellen voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen.
Dit reglement kan je bij de instelling van je keuze opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. Een gesprek, een proef, ..).
4. Nationaliteit en taalbeheersing
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs !!  

Toelatingsvoorwaarden voor studenten uit Nederland

Met een Nederlands VWO-diploma  of met een HBO-propedeuse word je rechtstreeks toegelaten tot een academische bachelorpleiding aan een Vlaamse universiteit.
Nederlandse studenten met een ander diploma dienen een toelatingsaanvraag in bij de universiteit.

Extra voorwaarden voor en studenten met een diploma secundair onderwijs van de Franstalige of Duitstalige Gemeenschap, een Europees of Internationaal Baccalaureaat behaald in België of in het buitenland?
Je dient een aanvraag in bij de universiteit waar je de opleiding wenst te volgen. Houd hierbij rekening met de applicatie-deadlines, die kunnen verschillen i.f.v. nationaliteit en opleiding.

Situering

Opleiding: Pedagogische wetenschappen 

Afstudeerrichting: Pedagogiek en onderwijskunde

Studieniveau: Academische bachelor - HO

Specificatie: Bachelor of Science

Studiegebied: Psychologie en Pedagogische wetenschappen

Belangstellingsdomeinen: Sociaal dienstbetoon, Sociale wetenschappen,

Schoolvakken SO: Gedragswetenschappen, Opvoedkunde, Psychologie, Sociale wetenschappen,

Andere Afstudeerrichtingen

De andere afstudeerrichtingen zijn:

Pedagogische wetenschappen : Klinische orthopedagogiek en Disability Studies (Academische bachelor - HO)
Pedagogische wetenschappen : Sociale agogiek (Academische bachelor - HO)
Pedagogische wetenschappen : zonder specifieke afstudeerrichtingen (Academische bachelor - HO)

Vervolgopleidingen


een masteropleiding

Na een academisch gerichte bacheloropleiding ga je normalerwijze een masteropleiding volgen. Een master omvat minstens 60 studiepunten. Masters zijn altijd academisch gericht, maar kunnen ook een professionele gerichtheid hebben. Onderwijskiezer vermeldt hier de masters van het studiegebied van deze opleiding. Let wel dat je niet automatisch in al deze masters toegelaten wordt! Het kan zijn dat je eerst een voorbereidingsprogramma moet volgen.

Masteropleidingen binnen dit studiegebied
























een postgraduaat

Verder studeren kan ook in een postgraduaat. Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten.. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties.  Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.


een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)

Een Ba-na-ba is een opleiding van 60 studiepunten. Het is in feite een voortgezette, gespecialiseerde (verbredend of verdiepend) opleiding. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De opleiding leidt tot een diploma. Een Ba-na-ba kan je niet volgen als basisdiploma. Je kan een Ba-na-ba starten als je een bachelor of masterdiploma hebt behaald. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per Ba-na-Ba


een verkorte bachelor/master

Wanneer je een andere bachelor/master wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor/master leidt naar een volwaardig bachelor-/masterdiploma.
Voor informatie over je mogelijkheden kan je terecht bij de onderwijsinstellingen.

Mits het volgen van een voorbereidingsprogramma zijn er waarschijnlijk nog andere opleidingen mogelijk. De mogelijkheden hangen af van je vooropleiding, EVC’s, EVK’s ... Contacteer de instellingen voor hoger onderwijs voor concrete informatie.


een lerarenopleiding

Na een academische bachelor kan je via een verkorte educatieve bacheloropleiding leraar worden. Deze opleiding neemt 60 studiepunten in beslag en wordt georganiseerd door een hogeschool. Meer info.

Als je voldoet aan de toelatingsvoorwaarden kan je ook een Educatieve masteropleiding volgen.


na- of bijscholingen

Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.

Instellingen

Sint-Pietersnieuwstraat 33  9000 Gent

Beroepsuitwegen

Deze beschrijving veronderstelt dat je het masterniveau hebt behaald.

Concreet kan de taakinvulling van (ortho)pedagogen/sociale agogen bestaan uit:
- opleiding en nascholing van leerkrachten;
- wetenschappelijk onderzoek in (universitaire) onderzoekscentra;
- ontwikkeling van instrumenten en materialen ten behoeve van de onderwijsondersteuning en onderwijsinnovatie;
- ontwerpen en verzorgen van opleidingen in bedrijven;
- bieden van gezins- en opvoedingsondersteuning;
- diagnose van stoornissen of handicaps;
- uitwerken en uitvoeren van begeleidings- en behandelingstaken, van ontwikkelings- en stimuleringsprogramma's, leerbegeleidingen, vaardigheidstrainingen of vormingsprogramma's;
- beleid en uitvoering van bedrijfs- en beroepsopleidingen;
- het uitbouwen van een permanente vorming voor kinderen, jongeren, volwassenen buiten school- en gezinscontext: het jeugdwerk en de zogeheten vrije jeugdvorming.
De tewerkstellingsmogelijkheden zijn heel uiteenlopend.
Algemeen situeert de tewerkstelling zich wel in de gezondheids- en welzijnssector: jeugdwerk, sociaal-culturele vorming, preventie en sociale integratie.
Meer concreet kan dit binnen de volgende instellingen of diensten zijn: Kind en Gezin, revalidatiecentra, centra geestelijke gezondheidszorg, ambulante begeleidingsdiensten, centra voor dagopvang, buitengewoon onderwijs, centra voor leerlingenbegeleiding, docent in het secundair of hoger onderwijs.

Een zelfstandige praktijk of wetenschappelijke carrière behoort eveneens tot de mogelijkheden.

Hier een overzicht van mogelijke aansluitende beroepen uit de beroependatabase van onderwijskiezer. 
Er kunnen steeds nog andere mogelijkheden zijn. 
Klik op een beroep voor meer informatie.

Mogelijke beroepen

Onderzoeker humane wetenschappen
Opleidingsadviseur
Opleidingsbegeleider
Opleidingsco�rdinator
Opvoeder in onderwijsinstelling
Opvoeder-begeleider ( knelpuntberoep)
Pedagoog

Studierendement

Studierendement is iets anders dan slaagpercentage.
Toelichting vind je onder de tabel. We raden je aan om de cijfers rond het studierendement met een (leerling)begeleider of een CLB-medewerker te bespreken.
Vanaf schooljaar 2025-2026 zullen omwille van de modernisering van het SO de cijfers tijdelijk niet beschikbaar zijn.
Vanaf 2027-2028 levert het departement onderwijs en vorming nieuwe cijfers aan.

Studierichting 3e graad SO Aantal studenten Participatie-
graad
Gemiddeld
SR
SR
0%
SR
1-24%
SR
25-49%
SR
50-84%
SR
85-100%
SR
nvt
Economie-moderne talen (ASO) 153 0,57 75,9 12 4 17 21 93 6
Economie-wiskunde (ASO) 31 0,47 89,8 1 0 1 3 25 1
Humane wetenschappen (ASO) 607 2,21 74,2 28 52 50 145 310 22
Latijn-moderne talen (ASO) 118 1,79 82,5 2 4 6 32 73 1
Latijn-wetenschappen (ASO) 53 0,90 89,6 0 0 3 9 39 2
Latijn-wiskunde (ASO) 71 0,65 93,0 1 0 0 8 62 0
Moderne talen-wetenschappen (ASO) 81 0,83 83,8 0 2 7 16 55 1
Wetenschappen-wiskunde (ASO) 119 0,28 86,4 2 4 7 24 81 1

Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.

Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten (waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%, 50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% = de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.

Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:

  • ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
  • VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
  • met een DIPLOMACONTRACT,
  • aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.

Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.

Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.

extra info over studierendement



bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming


Gegevens bijgewerkt tot 11-02-2022

Pedagogische wetenschappen : Pedagogiek en onderwijskunde - Academische bachelor

Algemene info

In de opleiding staan opvoeding, onderwijs, opleiding en vorming centraal. Je verdiept je grondig in pedagogische theorieën, fenomenen en praktijken. Je leert het pedagogisch handelen te begrijpen en te optimaliseren via het begeleiden van individuen, groepen, instellingen en beleidsinstanties.


Het bachelorprogramma is opgebouwd rond een aantal algemene opleidingsonderdelen waarbinnen vier lagen te onderscheiden zijn: een methodologische basis, een ondersteunende laag, een pedagogische kern en een praktijklaag. Vanaf het tweede jaar worden de lagen verder verbreed en verdiept en aangevuld met een deontologische laag. Vanaf het derde bachelorjaar is het programma gedifferentieerd in functie van de afstudeerrichtingen.


De specifieke vakken voor deze afstudeerrichtingen zijn: Kleuteronderwijs / Taaldidactiek / Didactische werkvormen / Wiskundedidactiek / Curriculumontwikkeling / Integratieseminarie.


Voor wie?



  • Veel jongeren hebben interesse voor de mens-in-ontwikkeling. Het gaat hierbij niet alleen om kinderen maar ook om volwassenen. Hoe kun je via pedagogisch handelen (opvoeden, onderwijs, vorming, opleiding) die ontwikkeling stimuleren, optimaliseren, bijsturen enz.

  • Pedagogische vaardigheden worden tijdens de opleiding zelf bijgebracht, maar van een beginnend pedagoog mag verwacht worden dat hij of zij beschikt over een levendige belangstelling voor anderen: voor kinderen en ouderen, voor individuen en groepen en voor het hele maatschappelijk gebeuren. Geduldig kunnen omgaan met kinderen en andere leeftijdsgroepen is een evidente basisvaardigheid.

  • Pure wiskunde komt niet in het studieprogramma voor. Wel vormt statistiek een belangrijk onderdeel van de opleiding. De cursus omvat een geheel van methodes om op een wiskundige manier resultaten van tests, observaties, enquêtes … te verwerken, waaruit de studenten controleerbare besluiten kunnen trekken. Kennis van wiskunde uit het secundair onderwijs volstaat als voorkennis.


Studiepunten

180 (bachelor) + 120 (master)


Instellingen:

Universiteit Gent - Campus Gent


Taal

TOELATINGSVOORWAARDEN

Je wordt rechtstreeks toegelaten tot een academische bacheloropleiding als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's, behaald aan een onderwijsinstelling van de Vlaamse Gemeenschap:

  • een diploma van secundair onderwijs;
  • een diploma van het vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
  • een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
  • een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid)

    Uitzonderingen :
  • Er is een toelatingsexamen voor de bacheloropleidingen in de studiegebieden Diergeneeskunde, Geneeskunde en Tandheelkunde (info: toelatingsexamenartstandarts.be );
  • Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
  • Er is een ijkingstoets voor een aantal opleidingen. Bij sommige is die verplicht. Meer info vind je hier

Afwijkende toelatingsvoorwaarden:
De onderwijsinstellingen hebben een reglement moeten opstellen voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen.
Dit reglement kan je bij de instelling van je keuze opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. Een gesprek, een proef, ..).
4. Nationaliteit en taalbeheersing
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs !!  

Toelatingsvoorwaarden voor studenten uit Nederland

Met een Nederlands VWO-diploma  of met een HBO-propedeuse word je rechtstreeks toegelaten tot een academische bachelorpleiding aan een Vlaamse universiteit.
Nederlandse studenten met een ander diploma dienen een toelatingsaanvraag in bij de universiteit.

Extra voorwaarden voor en studenten met een diploma secundair onderwijs van de Franstalige of Duitstalige Gemeenschap, een Europees of Internationaal Baccalaureaat behaald in België of in het buitenland?
Je dient een aanvraag in bij de universiteit waar je de opleiding wenst te volgen. Houd hierbij rekening met de applicatie-deadlines, die kunnen verschillen i.f.v. nationaliteit en opleiding.

Situering

Opleiding: Pedagogische wetenschappen 

Afstudeerrichting: Pedagogiek en onderwijskunde

Studieniveau: Academische bachelor - HO

Specificatie: Bachelor of Science

Studiegebied: Psychologie en Pedagogische wetenschappen

Belangstellingsdomeinen: Sociaal dienstbetoon, Sociale wetenschappen,

Schoolvakken SO: Gedragswetenschappen, Opvoedkunde, Psychologie, Sociale wetenschappen,

Andere Afstudeerrichtingen

De andere afstudeerrichtingen zijn:

Pedagogische wetenschappen : Klinische orthopedagogiek en Disability Studies (Academische bachelor - HO)
Pedagogische wetenschappen : Sociale agogiek (Academische bachelor - HO)
Pedagogische wetenschappen : zonder specifieke afstudeerrichtingen (Academische bachelor - HO)

Vervolgopleidingen


een masteropleiding

Na een academisch gerichte bacheloropleiding ga je normalerwijze een masteropleiding volgen. Een master omvat minstens 60 studiepunten. Masters zijn altijd academisch gericht, maar kunnen ook een professionele gerichtheid hebben. Onderwijskiezer vermeldt hier de masters van het studiegebied van deze opleiding. Let wel dat je niet automatisch in al deze masters toegelaten wordt! Het kan zijn dat je eerst een voorbereidingsprogramma moet volgen.

Masteropleidingen binnen dit studiegebied
























een postgraduaat

Verder studeren kan ook in een postgraduaat. Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten.. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties.  Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.


een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)

Een Ba-na-ba is een opleiding van 60 studiepunten. Het is in feite een voortgezette, gespecialiseerde (verbredend of verdiepend) opleiding. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De opleiding leidt tot een diploma. Een Ba-na-ba kan je niet volgen als basisdiploma. Je kan een Ba-na-ba starten als je een bachelor of masterdiploma hebt behaald. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per Ba-na-Ba


een verkorte bachelor/master

Wanneer je een andere bachelor/master wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor/master leidt naar een volwaardig bachelor-/masterdiploma.
Voor informatie over je mogelijkheden kan je terecht bij de onderwijsinstellingen.

Mits het volgen van een voorbereidingsprogramma zijn er waarschijnlijk nog andere opleidingen mogelijk. De mogelijkheden hangen af van je vooropleiding, EVC’s, EVK’s ... Contacteer de instellingen voor hoger onderwijs voor concrete informatie.


een lerarenopleiding

Na een academische bachelor kan je via een verkorte educatieve bacheloropleiding leraar worden. Deze opleiding neemt 60 studiepunten in beslag en wordt georganiseerd door een hogeschool. Meer info.

Als je voldoet aan de toelatingsvoorwaarden kan je ook een Educatieve masteropleiding volgen.


na- of bijscholingen

Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.

Instellingen

Sint-Pietersnieuwstraat 33  9000 Gent

Beroepsuitwegen

Deze beschrijving veronderstelt dat je het masterniveau hebt behaald.

Concreet kan de taakinvulling van (ortho)pedagogen/sociale agogen bestaan uit:
- opleiding en nascholing van leerkrachten;
- wetenschappelijk onderzoek in (universitaire) onderzoekscentra;
- ontwikkeling van instrumenten en materialen ten behoeve van de onderwijsondersteuning en onderwijsinnovatie;
- ontwerpen en verzorgen van opleidingen in bedrijven;
- bieden van gezins- en opvoedingsondersteuning;
- diagnose van stoornissen of handicaps;
- uitwerken en uitvoeren van begeleidings- en behandelingstaken, van ontwikkelings- en stimuleringsprogramma's, leerbegeleidingen, vaardigheidstrainingen of vormingsprogramma's;
- beleid en uitvoering van bedrijfs- en beroepsopleidingen;
- het uitbouwen van een permanente vorming voor kinderen, jongeren, volwassenen buiten school- en gezinscontext: het jeugdwerk en de zogeheten vrije jeugdvorming.
De tewerkstellingsmogelijkheden zijn heel uiteenlopend.
Algemeen situeert de tewerkstelling zich wel in de gezondheids- en welzijnssector: jeugdwerk, sociaal-culturele vorming, preventie en sociale integratie.
Meer concreet kan dit binnen de volgende instellingen of diensten zijn: Kind en Gezin, revalidatiecentra, centra geestelijke gezondheidszorg, ambulante begeleidingsdiensten, centra voor dagopvang, buitengewoon onderwijs, centra voor leerlingenbegeleiding, docent in het secundair of hoger onderwijs.

Een zelfstandige praktijk of wetenschappelijke carrière behoort eveneens tot de mogelijkheden.

Hier een overzicht van mogelijke aansluitende beroepen uit de beroependatabase van onderwijskiezer. 
Er kunnen steeds nog andere mogelijkheden zijn. 
Klik op een beroep voor meer informatie.

Mogelijke beroepen

Onderzoeker humane wetenschappen
Opleidingsadviseur
Opleidingsbegeleider
Opleidingsco�rdinator
Opvoeder in onderwijsinstelling
Opvoeder-begeleider ( knelpuntberoep)
Pedagoog

Studierendement

Studierendement is iets anders dan slaagpercentage.
Toelichting vind je onder de tabel. We raden je aan om de cijfers rond het studierendement met een (leerling)begeleider of een CLB-medewerker te bespreken.
Vanaf schooljaar 2025-2026 zullen omwille van de modernisering van het SO de cijfers tijdelijk niet beschikbaar zijn.
Vanaf 2027-2028 levert het departement onderwijs en vorming nieuwe cijfers aan.

Studierichting 3e graad SO Aantal studenten Participatie-
graad
Gemiddeld
SR
SR
0%
SR
1-24%
SR
25-49%
SR
50-84%
SR
85-100%
SR
nvt
Economie-moderne talen (ASO) 153 0,57 75,9 12 4 17 21 93 6
Economie-wiskunde (ASO) 31 0,47 89,8 1 0 1 3 25 1
Humane wetenschappen (ASO) 607 2,21 74,2 28 52 50 145 310 22
Latijn-moderne talen (ASO) 118 1,79 82,5 2 4 6 32 73 1
Latijn-wetenschappen (ASO) 53 0,90 89,6 0 0 3 9 39 2
Latijn-wiskunde (ASO) 71 0,65 93,0 1 0 0 8 62 0
Moderne talen-wetenschappen (ASO) 81 0,83 83,8 0 2 7 16 55 1
Wetenschappen-wiskunde (ASO) 119 0,28 86,4 2 4 7 24 81 1

Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.

Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten (waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%, 50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% = de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.

Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:

  • ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
  • VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
  • met een DIPLOMACONTRACT,
  • aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.

Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.

Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.

extra info over studierendement



bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming


Gegevens bijgewerkt tot 11-02-2022