Sociaal werk : Kunst- en cultuurbemiddeling - Professionele bachelor
Kies je voor de professionele bacheloropleiding Sociaal werk, dan krijg je een brede algemene vorming. Op je programma staan zowel de studie van de organisatie van het sociaal werk als van sociaal-agogische processen.
In het eerste – gemeenschappelijke – jaar van de opleiding krijg je vakken als filosofie, sociologie, psychologie, economie, recht, politieke en sociale geschiedenis. Je verkent daarnaast ook de organisatie van welzijnswerk.
Na een eerste gemeenschappelijk jaar kies je een specialisatie via een afstudeerrichting. Let op: niet alle hogescholen bieden alle afstudeerrichtingen aan. Ook per campus zijn er soms verschillen. Informeer je daarom zeker bij je hogeschool van keuze.
Vanaf het tweede jaar ligt de klemtoon op de studie en training van methodieken, zoals hulpverlening, vormingswerk, opbouwwerk, personeelswerk, sociaal-juridische dienstverlening, groepswerk en onderzoeksmethoden. Je maakt dan ook kennis met het beroep, onder andere via een stage.
Het derde jaar staat volledig in het teken van de afstudeerrichting die je koos.
Hogescholen kunnen keuzetrajecten organiseren, en ook daarin zijn er soms verschillen. Informeer je daarom zeker bij je hogeschool van keuze.
De opleiding leidt tot de beschermde titel van maatschappelijk assistent.
In de afstudeerrichting Kunst- en cultuurbemiddeling combineer je kennis van kunst en cultuur met inzichten en vaardigheden in bemiddeling en begeleiding. Je leert onder andere bemiddelen tussen artiest en bezoeker, tussen publiek en kunst, tussen cultuur en buurt. Zo geef je kansen aan jonge muzikanten in een cultuurcentrum of maak je moeilijke museumteksten helder en concreet. Naast de stages verbreed en verdiep je je kennis. Je krijgt tools om meer mensen enthousiast te maken voor cultuur.
Je leert samenwerken, organiseren en netwerken. Je schrijft projectdossiers, zoekt financiering en overlegt met andere organisaties. Je onderzoekt, coördineert, voert uit en evalueert. Je geeft rondleidingen en workshops. Je werkt aan een artistiek referentiekader. Je traint je begeleiders- en onderzoeksvaardigheden. Je werkt een project uit van A-Z in opdracht van de kunst en cultuursector.
Is deze opleiding iets voor jou?
Specifieke voorkennis uit het secundair onderwijs is niet vereist. Je werkt graag met mensen. Je hebt interesse in de mens, zijn sociale omgeving en kunst en cultuur.
Aanvullende info:
Studiepunten
180
Sociaal werk : Kunst- en cultuurbemiddeling - Professionele bachelor |
- Beschrijving
- Toelating
- Situering
- Andere
afst.richt. - Wat na?
- Flexibel?
- Instellingen
- Beroepen
- VDAB
- Studie-
rendement
Algemene info
Kies je voor de professionele bacheloropleiding Sociaal werk, dan krijg je een brede algemene vorming. Op je programma staan zowel de studie van de organisatie van het sociaal werk als van sociaal-agogische processen.
In het eerste – gemeenschappelijke – jaar van de opleiding krijg je vakken als filosofie, sociologie, psychologie, economie, recht, politieke en sociale geschiedenis. Je verkent daarnaast ook de organisatie van welzijnswerk.
Na een eerste gemeenschappelijk jaar kies je een specialisatie via een afstudeerrichting. Let op: niet alle hogescholen bieden alle afstudeerrichtingen aan. Ook per campus zijn er soms verschillen. Informeer je daarom zeker bij je hogeschool van keuze.
Vanaf het tweede jaar ligt de klemtoon op de studie en training van methodieken, zoals hulpverlening, vormingswerk, opbouwwerk, personeelswerk, sociaal-juridische dienstverlening, groepswerk en onderzoeksmethoden. Je maakt dan ook kennis met het beroep, onder andere via een stage.
Het derde jaar staat volledig in het teken van de afstudeerrichting die je koos.
Hogescholen kunnen keuzetrajecten organiseren, en ook daarin zijn er soms verschillen. Informeer je daarom zeker bij je hogeschool van keuze.
De opleiding leidt tot de beschermde titel van maatschappelijk assistent.
In de afstudeerrichting Kunst- en cultuurbemiddeling combineer je kennis van kunst en cultuur met inzichten en vaardigheden in bemiddeling en begeleiding. Je leert onder andere bemiddelen tussen artiest en bezoeker, tussen publiek en kunst, tussen cultuur en buurt. Zo geef je kansen aan jonge muzikanten in een cultuurcentrum of maak je moeilijke museumteksten helder en concreet. Naast de stages verbreed en verdiep je je kennis. Je krijgt tools om meer mensen enthousiast te maken voor cultuur.
Je leert samenwerken, organiseren en netwerken. Je schrijft projectdossiers, zoekt financiering en overlegt met andere organisaties. Je onderzoekt, coördineert, voert uit en evalueert. Je geeft rondleidingen en workshops. Je werkt aan een artistiek referentiekader. Je traint je begeleiders- en onderzoeksvaardigheden. Je werkt een project uit van A-Z in opdracht van de kunst en cultuursector.
Is deze opleiding iets voor jou?
Specifieke voorkennis uit het secundair onderwijs is niet vereist. Je werkt graag met mensen. Je hebt interesse in de mens, zijn sociale omgeving en kunst en cultuur.
Studiepunten
180
Instellingen:
TOELATINGSVOORWAARDEN
Je wordt rechtstreeks toegelaten als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's:
- een diploma van secundair onderwijs;
- een diploma van vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
- een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid);
- een buitenlands diploma of getuigschrift dat gelijkwaardig verklaard is met één van bovenstaande.
Uitzondering:
- Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
- Er is een verplichte en bindende starttoets voor de lerarenopleidingen.
Afwijkende toelatingsvoorwaarden
De hogescholen hebben verplicht een reglement voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen. Dit reglement kan je bij elke instelling opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen ;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. een proef of een gesprek of ...).
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs!!
Extra taalvoorwaarden voor internationale studenten
De onderwijsinstellingen kunnen het slagen in een examen in de onderwijstaal opleggen als toelatingseis voor houders van een buitenlands diploma.
Situering
Opleiding: Sociaal werk
Afstudeerrichting: Kunst- en cultuurbemiddeling
Studieniveau: Professionele bachelor - HO
Studiegebied: Sociaal-agogisch werk
Belangstellingsdomeinen: Overtuigen-besturen, Sociaal dienstbetoon, Sociale wetenschappen,
Schoolvakken SO: Cultuurwetenschappen, Gedragswetenschappen, Recht, Sociale wetenschappen,
Andere Afstudeerrichtingen
De andere afstudeerrichtingen binnen Sociaal werk zijn:
Sociaal werk :
Maatschappelijk werk (Professionele bachelor - HO)
Sociaal werk :
Maatschappelijke advisering (Professionele bachelor - HO)
Sociaal werk :
Personeelswerk (Professionele bachelor - HO)
Sociaal werk :
Sociaal-cultureel werk (Professionele bachelor - HO)
Sociaal werk :
zonder specifieke afstudeerrichtingen (Professionele bachelor - HO)
Vervolgopleidingen
Na een professioneel gerichte bacheloropleiding kan je binnen het hoger onderwijs verder studeren in:
een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)
Een Ba-na-ba is een opleiding van 60 studiepunten. Het is in feite een voortgezette, gespecialiseerde (verbredend of verdiepend) opleiding. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De opleiding leidt tot een diploma. Een Ba-na-ba kan je niet volgen als basisdiploma. Je kan een Ba-na-ba starten als je een bachelor of masterdiploma hebt behaald. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per Ba-na-Ba
een verkorte bachelor
Wanneer je al een bachelor of master hebt behaald en bijkomend een andere bachelor wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor leidt naar een volwaardig bachelordiploma. Het aantal vrijstellingen dat je kan krijgen kan per opleiding en per hogeschool verschillen. Voor meer info neem je best contact op met de instelling.
een postgraduaat
Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten. Je kan deze opleiding volgen na een bachelor- of masteropleiding. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten.
De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.
een schakelprogramma
Dit is een overgangsprogramma tussen een professionele bachelor en een master, met een studieomvang van ten
hoogste 90 studiepunten. De juiste omvang hangt af van de vooropleiding die je volgde en de gekozen master.
Bedoeling is: academische vaardigheden en wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis bijbrengen. Een
schakelprogramma levert geen academische graad of diploma op, je hoeft dus ook geen leerkrediet in te
zetten.
Een schakelprogramma geeft
toegang tot één welbepaalde master in een welbepaalde instellng.
een lerarenopleiding
Na een professionele bachelor kan je via een verkorte educatieve bacheloropleiding leraar worden. Deze opleiding neemt 60 studiepunten in beslag en wordt georganiseerd door een hogeschool. Meer info.
na- of bijscholingen
Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.
Flexibele leersystemen
Deze opleiding kan ook gevolgd worden in een flexibel leersysteem. Je ziet hier per onderwijsinstelling de mogelijkheden.
Karel de Grote Hogeschool, Campus Zuid
Starten in februari
Beroepsuitwegen
Sociale werkers verlenen professionele diensten om het persoonlijk, interpersoonlijk en maatschappelijk functioneren van mensen te bevorderen en om belemmeringen die daarbij optreden op te heffen.
Ze vervullen een brugfunctie tussen mens en samenleving.
Ze bewegen zich in het spanningsveld tussen enerzijds individuen en groepen met hun eigen mogelijkheden, moeilijkheden en verwachtingen, en anderzijds de samenleving die normen stelt, kansen biedt of beperkingen oplegt.
Als kunst- en cultuurbemiddelaar zorg je voor participatie, gemeenschapsvorming, publieksvernieuwing en diversiteit in de cultuursector. Je werkt in cultuurcentra, bibliotheken, festivals, sociaal-artistieke projecten, musea, theaters, kunsteducatieve erkingen, erfgoedprojecten, muziekclubs, concertorganisaties.
Hier een overzicht van mogelijke aansluitende beroepen uit de beroependatabase van onderwijskiezer.
Er kunnen steeds nog andere mogelijkheden zijn.
Klik op een beroep voor meer informatie.
Mogelijke beroepen
Arbeidsconsulent
Consulent welzijnswerk
Coördinator sociocultureel werk
Cultuurfunctionaris
Maatschappelijk assistent
( knelpuntberoep)
Medewerker personeel
( knelpuntberoep)
Relatie- en gezinsbemiddelaar
Sociale en gezinsinterveni�nt
Sociocultureel werker
Straathoekwerker
Verantwoordelijke werving en opleiding
Studierendement
Studierendement is iets anders dan slaagpercentage.
Toelichting vind je onder de tabel. We raden je aan om de cijfers rond het studierendement met een (leerling)begeleider of een CLB-medewerker te bespreken.
Vanaf schooljaar 2025-2026 zullen omwille van de modernisering van het SO de cijfers tijdelijk niet beschikbaar zijn.
Vanaf 2027-2028 levert het departement onderwijs en vorming nieuwe cijfers aan.
Studierichting 3e graad SO | Aantal studenten | Participatie- graad |
Gemiddeld SR |
SR 0% |
SR 1-24% |
SR 25-49% |
SR 50-84% |
SR 85-100% |
SR nvt |
7e leerjaar gericht op het hoger onderwijs (BSO) | 42 | 5,15 | 52,6 | 10 | 10 | 1 | 3 | 15 | 3 |
Haarstilist (BSO) | 31 | 1,05 | 28,0 | 11 | 3 | 4 | 2 | 3 | 8 |
Kantooradministratie en gegevensbeheer (BSO) | 340 | 4,22 | 29,9 | 127 | 63 | 46 | 31 | 43 | 30 |
Kinderzorg (BSO) | 137 | 2,74 | 26,1 | 60 | 17 | 10 | 14 | 12 | 24 |
Thuis- en bejaardenzorg / zorgkundige (BSO) | 193 | 2,23 | 26,9 | 85 | 32 | 17 | 21 | 18 | 20 |
Veiligheidsberoepen (BSO) | 47 | 3,31 | 8,7 | 27 | 7 | 2 | 1 | 1 | 9 |
Winkelbeheer en etalage (BSO) | 46 | 2,53 | 22,2 | 21 | 9 | 6 | 2 | 4 | 4 |
Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.
Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het
studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het
hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van
het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten
(waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%,
50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student
zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% =
de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten
waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze
secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.
Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:
- ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
- VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
- met een DIPLOMACONTRACT,
- aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.
Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich
inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire
studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.
Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire
studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer
tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.
bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming
Gegevens bijgewerkt tot 23-11-2022 |
Sociaal werk : Kunst- en cultuurbemiddeling - Professionele bachelor |
- Beschrijving
- Toelating
- Situering
- Andere
afst.richt. - Wat na?
- Flexibel?
- Instellingen
- Beroepen
- VDAB
- Studie-
rendement
Algemene info
Kies je voor de professionele bacheloropleiding Sociaal werk, dan krijg je een brede algemene vorming. Op je programma staan zowel de studie van de organisatie van het sociaal werk als van sociaal-agogische processen.
In het eerste – gemeenschappelijke – jaar van de opleiding krijg je vakken als filosofie, sociologie, psychologie, economie, recht, politieke en sociale geschiedenis. Je verkent daarnaast ook de organisatie van welzijnswerk.
Na een eerste gemeenschappelijk jaar kies je een specialisatie via een afstudeerrichting. Let op: niet alle hogescholen bieden alle afstudeerrichtingen aan. Ook per campus zijn er soms verschillen. Informeer je daarom zeker bij je hogeschool van keuze.
Vanaf het tweede jaar ligt de klemtoon op de studie en training van methodieken, zoals hulpverlening, vormingswerk, opbouwwerk, personeelswerk, sociaal-juridische dienstverlening, groepswerk en onderzoeksmethoden. Je maakt dan ook kennis met het beroep, onder andere via een stage.
Het derde jaar staat volledig in het teken van de afstudeerrichting die je koos.
Hogescholen kunnen keuzetrajecten organiseren, en ook daarin zijn er soms verschillen. Informeer je daarom zeker bij je hogeschool van keuze.
De opleiding leidt tot de beschermde titel van maatschappelijk assistent.
In de afstudeerrichting Kunst- en cultuurbemiddeling combineer je kennis van kunst en cultuur met inzichten en vaardigheden in bemiddeling en begeleiding. Je leert onder andere bemiddelen tussen artiest en bezoeker, tussen publiek en kunst, tussen cultuur en buurt. Zo geef je kansen aan jonge muzikanten in een cultuurcentrum of maak je moeilijke museumteksten helder en concreet. Naast de stages verbreed en verdiep je je kennis. Je krijgt tools om meer mensen enthousiast te maken voor cultuur.
Je leert samenwerken, organiseren en netwerken. Je schrijft projectdossiers, zoekt financiering en overlegt met andere organisaties. Je onderzoekt, coördineert, voert uit en evalueert. Je geeft rondleidingen en workshops. Je werkt aan een artistiek referentiekader. Je traint je begeleiders- en onderzoeksvaardigheden. Je werkt een project uit van A-Z in opdracht van de kunst en cultuursector.
Is deze opleiding iets voor jou?
Specifieke voorkennis uit het secundair onderwijs is niet vereist. Je werkt graag met mensen. Je hebt interesse in de mens, zijn sociale omgeving en kunst en cultuur.
Studiepunten
180
Instellingen:
TOELATINGSVOORWAARDEN
Je wordt rechtstreeks toegelaten als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's:
- een diploma van secundair onderwijs;
- een diploma van vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
- een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid);
- een buitenlands diploma of getuigschrift dat gelijkwaardig verklaard is met één van bovenstaande.
Uitzondering:
- Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
- Er is een verplichte en bindende starttoets voor de lerarenopleidingen.
Afwijkende toelatingsvoorwaarden
De hogescholen hebben verplicht een reglement voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen. Dit reglement kan je bij elke instelling opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen ;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. een proef of een gesprek of ...).
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs!!
Extra taalvoorwaarden voor internationale studenten
De onderwijsinstellingen kunnen het slagen in een examen in de onderwijstaal opleggen als toelatingseis voor houders van een buitenlands diploma.
Situering
Opleiding: Sociaal werk
Afstudeerrichting: Kunst- en cultuurbemiddeling
Studieniveau: Professionele bachelor - HO
Studiegebied: Sociaal-agogisch werk
Belangstellingsdomeinen: Overtuigen-besturen, Sociaal dienstbetoon, Sociale wetenschappen,
Schoolvakken SO: Cultuurwetenschappen, Gedragswetenschappen, Recht, Sociale wetenschappen,
Andere Afstudeerrichtingen
De andere afstudeerrichtingen binnen Sociaal werk zijn:
Sociaal werk :
Maatschappelijk werk (Professionele bachelor - HO)
Sociaal werk :
Maatschappelijke advisering (Professionele bachelor - HO)
Sociaal werk :
Personeelswerk (Professionele bachelor - HO)
Sociaal werk :
Sociaal-cultureel werk (Professionele bachelor - HO)
Sociaal werk :
zonder specifieke afstudeerrichtingen (Professionele bachelor - HO)
Vervolgopleidingen
Na een professioneel gerichte bacheloropleiding kan je binnen het hoger onderwijs verder studeren in:
een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)
Een Ba-na-ba is een opleiding van 60 studiepunten. Het is in feite een voortgezette, gespecialiseerde (verbredend of verdiepend) opleiding. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De opleiding leidt tot een diploma. Een Ba-na-ba kan je niet volgen als basisdiploma. Je kan een Ba-na-ba starten als je een bachelor of masterdiploma hebt behaald. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per Ba-na-Ba
een verkorte bachelor
Wanneer je al een bachelor of master hebt behaald en bijkomend een andere bachelor wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor leidt naar een volwaardig bachelordiploma. Het aantal vrijstellingen dat je kan krijgen kan per opleiding en per hogeschool verschillen. Voor meer info neem je best contact op met de instelling.
een postgraduaat
Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten. Je kan deze opleiding volgen na een bachelor- of masteropleiding. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten.
De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.
een schakelprogramma
Dit is een overgangsprogramma tussen een professionele bachelor en een master, met een studieomvang van ten
hoogste 90 studiepunten. De juiste omvang hangt af van de vooropleiding die je volgde en de gekozen master.
Bedoeling is: academische vaardigheden en wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis bijbrengen. Een
schakelprogramma levert geen academische graad of diploma op, je hoeft dus ook geen leerkrediet in te
zetten.
Een schakelprogramma geeft
toegang tot één welbepaalde master in een welbepaalde instellng.
een lerarenopleiding
Na een professionele bachelor kan je via een verkorte educatieve bacheloropleiding leraar worden. Deze opleiding neemt 60 studiepunten in beslag en wordt georganiseerd door een hogeschool. Meer info.
na- of bijscholingen
Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.
Flexibele leersystemen
Deze opleiding kan ook gevolgd worden in een flexibel leersysteem. Je ziet hier per onderwijsinstelling de mogelijkheden.
Karel de Grote Hogeschool, Campus Zuid
Starten in februari
Beroepsuitwegen
Sociale werkers verlenen professionele diensten om het persoonlijk, interpersoonlijk en maatschappelijk functioneren van mensen te bevorderen en om belemmeringen die daarbij optreden op te heffen.
Ze vervullen een brugfunctie tussen mens en samenleving.
Ze bewegen zich in het spanningsveld tussen enerzijds individuen en groepen met hun eigen mogelijkheden, moeilijkheden en verwachtingen, en anderzijds de samenleving die normen stelt, kansen biedt of beperkingen oplegt.
Als kunst- en cultuurbemiddelaar zorg je voor participatie, gemeenschapsvorming, publieksvernieuwing en diversiteit in de cultuursector. Je werkt in cultuurcentra, bibliotheken, festivals, sociaal-artistieke projecten, musea, theaters, kunsteducatieve erkingen, erfgoedprojecten, muziekclubs, concertorganisaties.
Hier een overzicht van mogelijke aansluitende beroepen uit de beroependatabase van onderwijskiezer.
Er kunnen steeds nog andere mogelijkheden zijn.
Klik op een beroep voor meer informatie.
Mogelijke beroepen
Arbeidsconsulent
Consulent welzijnswerk
Coördinator sociocultureel werk
Cultuurfunctionaris
Maatschappelijk assistent
( knelpuntberoep)
Medewerker personeel
( knelpuntberoep)
Relatie- en gezinsbemiddelaar
Sociale en gezinsinterveni�nt
Sociocultureel werker
Straathoekwerker
Verantwoordelijke werving en opleiding
Studierendement
Studierendement is iets anders dan slaagpercentage.
Toelichting vind je onder de tabel. We raden je aan om de cijfers rond het studierendement met een (leerling)begeleider of een CLB-medewerker te bespreken.
Vanaf schooljaar 2025-2026 zullen omwille van de modernisering van het SO de cijfers tijdelijk niet beschikbaar zijn.
Vanaf 2027-2028 levert het departement onderwijs en vorming nieuwe cijfers aan.
Studierichting 3e graad SO | Aantal studenten | Participatie- graad |
Gemiddeld SR |
SR 0% |
SR 1-24% |
SR 25-49% |
SR 50-84% |
SR 85-100% |
SR nvt |
7e leerjaar gericht op het hoger onderwijs (BSO) | 42 | 5,15 | 52,6 | 10 | 10 | 1 | 3 | 15 | 3 |
Haarstilist (BSO) | 31 | 1,05 | 28,0 | 11 | 3 | 4 | 2 | 3 | 8 |
Kantooradministratie en gegevensbeheer (BSO) | 340 | 4,22 | 29,9 | 127 | 63 | 46 | 31 | 43 | 30 |
Kinderzorg (BSO) | 137 | 2,74 | 26,1 | 60 | 17 | 10 | 14 | 12 | 24 |
Thuis- en bejaardenzorg / zorgkundige (BSO) | 193 | 2,23 | 26,9 | 85 | 32 | 17 | 21 | 18 | 20 |
Veiligheidsberoepen (BSO) | 47 | 3,31 | 8,7 | 27 | 7 | 2 | 1 | 1 | 9 |
Winkelbeheer en etalage (BSO) | 46 | 2,53 | 22,2 | 21 | 9 | 6 | 2 | 4 | 4 |
Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.
Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het
studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het
hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van
het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten
(waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%,
50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student
zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% =
de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten
waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze
secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.
Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:
- ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
- VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
- met een DIPLOMACONTRACT,
- aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.
Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich
inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire
studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.
Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire
studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer
tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.
bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming
Gegevens bijgewerkt tot 23-11-2022 |