Maatschappij en welzijn (2e lj. A)      


Maatschappij en welzijn

De basisoptie Maatschappij en welzijn helpt je meer te leren over hoe mensen met elkaar omgaan en hoe je goed voor jezelf en anderen kunt zorgen. Het gaat om begrijpen waarom mensen doen wat ze doen en hoe relaties en gezondheid werken.

  • Je leert over hoe mensen zich gedragen en hoe ze met elkaar omgaan. Bijvoorbeeld, waarom zijn sommige mensen altijd aardig en anderen soms gemeen?
  • Je ontdekt hoe jouw omgeving en je persoonlijkheid je gezondheid en levensstijl beïnvloeden. Denk aan hoe wonen in de stad anders is dan wonen op het platteland.
  • Je leert hoe jouw persoonlijkheid zichtbaar kan worden in de manier waarop je leeft. Bijvoorbeeld, een creatief persoon kan houden van schilderen of muziek maken. Tijdens een andere les zou je kunnen werken aan een modedesign-project. Je ontwerpt je eigen kledingstuk en leert hoe mode een manier kan zijn om je persoonlijkheid en gevoelens uit te drukken. Je maakt kennis met verschillende stijlen en ontdekt welke kleuren en vormen het beste bij jou passen.
  • Je vergelijkt je eigen gezondheidsgedrag met wat wetenschappers zeggen dat goed voor je is. Bijvoorbeeld, eet jij genoeg groenten en fruit zoals ze adviseren?
  • Je leert waarom een gezonde levensstijl belangrijk is, zowel voor jou als voor de samenleving. Bijvoorbeeld, sporten houdt je gezond en maakt je gelukkiger. Daarnaast zou je kunnen leren over de invloed van sociale media op je gezondheid en welzijn. Bijvoorbeeld, hoe je gezond kunt blijven door niet te veel tijd online door te brengen en hoe je positieve online relaties kunt opbouwen.
  • Je oefent sociale vaardigheden, zoals hoe je met anderen praat en je lichaamstaal gebruikt. Stel dat je een nieuwe vriend maakt, hoe laat je zien dat je vriendelijk bent?
  • Je verbetert je communicatievaardigheden in situaties die je herkent uit je eigen leven. Bijvoorbeeld, hoe los je een ruzie op met een vriend door goed te luisteren en eerlijk te praten?

Deze lessen helpen je om beter te begrijpen hoe je gezond en gelukkig kunt leven en goed met anderen kunt omgaan.

Welke lessen krijg je?

Basisvorming

Iedereen krijgt zedenleer, godsdienst, cultuurbeschouwing of eigen cultuur en religie.
In de basisvorming gaat veel aandacht gaat naar talen en wiskunde.
Daarnaast krijg je ook techniek, geschiedenis, wetenschappen, lichamelijke opvoeding, artistieke vorming …

 

Keuzegedeelte

In het keuzegedeelte kies je uit het aanbod van de school:

  • 1 basisoptie (5 u) of een pakket (= een onderdeel van een basisoptie)
  • de differentiatie.

Basisoptie:

Een leerling in 2A kan 1 basisoptie of een pakket kiezen uit het aanbod van de school.

Differentiatie:

Differentiëren kan op verschillende manieren:

  • Verkennen = proeven van nieuwe zaken (b.v. Projecten,…)
  • Versterken = bijwerken waar je het moeilijk mee hebt ((b.v. herhaling Frans, herhaling wiskunde,…)
  • Verdiepen = extra leerstof; extra uitdaging (b.v. extra wiskunde, extra Frans,…)

Opgelet:

Een lessenrooster verschilt van school tot school:

  • Scholen kunnen kiezen voor een lessenrooster met alle vakken apart.
  • Scholen kunnen ook vakken samenvoegen, bijvoorbeeld ‘techniek’ en ‘wiskunde’, of ‘beeld’ en ‘muziek’… Dat noemt men soms ook ‘vakkenclusters’.
  • Sommige scholen kiezen ervoor om lessen aan te bieden in de vorm van ‘projecten’.
Je krijgt minimaal 32 lesuren per week. Sommige scholen breiden het aantal lesuren basisvorming en/of differentiatie uit.

Daarom vermelden we geen lessenroosters meer. Meer informatie vind je op de websites van de scholen.

Waar kan ik "Maatschappij en welzijn (2e lj. A)" volgen ?

Verfijn je zoekopdracht door één of meerdere filter(s) te selecteren.Toon alle scholen

Geen school gevonden? Pas de filter(s) aan.

Toelatingsvoorwaarden

Je wordt toegelaten tot 2A:

  • als je geslaagd bent in 1A (hou wel rekening met eventuele uitsluitingen voor bepaalde basisopties of pakketten van basisopties);
  • als je geslaagd bent in het 1 B, op voorwaarde dat de toelatingsklassenraad akkoord gaat;
  • als je geslaagd bent in het 2 B in een andere basisoptie (of combinatie van basisopties) dan de 'opstroomoptie', op voorwaarde dat de toelatingsklassenraad akkoord gaat;
  • als je geslaagd bent in het 2 B in de 'opstroomoptie' of combinatie van basisopties waaronder de 'opstroomoptie'.

Je kan ook worden toegelaten tot  2 A als je in het 1A tekorten had voor bepaalde vakken als de toelatingsklassenraad akkoord is. Daarvoor moet de toelatingsklassenraad wel eerst overleggen met de delibererende klassenraad van 1 A. De school die hiervoor kiest wil:

  • in individuele gevallen rekening houden met specifieke onderwijskundige of organisatorische argumenten;
  • meer individuele leertrajecten aanbieden.

Men moet dan wel rekening houden met volgende zaken:

  • de tekorten moeten weggewerkt zijn voor het einde van het 2e leerjaar (vb. via remediëring, bijkomende opdrachten, …).
  • krijg je in het 1e leerjaar geen oriënteringsattest, maar een attest van regelmatige lesbijwoning.
  • de delibererende klassenraad van het 2e leerjaar kan toch nog een oriënteringsattest A van het 1e leerjaar A geven aan leerlingen die de tekorten van het 1e leerjaar hebben weggewerkt, maar niet geslaagd zijn in het 2e leerjaar.

Als je uit het buitengewoon secundair onderwijs komt, kan je worden toegelaten op voorwaarde dat de toelatingsklassenraad akkoord gaat. In afwachting van hun beslissing word je onder ontbindende voorwaarde ingeschreven. Zie ook SO 64 9.1.12

Als je uit een niet-Vlaamse onderwijsinstelling (buitenlandse -, Frans- of Duitstalige school in België) of uit een onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers (OKAN), dan kan de toelatingsklassenraad van de school je toelaten tot dit 2e A. Dit moet beslist worden binnen de 35 lesdagen vanaf je start in dat leerjaar.

Zie regelgeving, omzendbrief SO 64, 9.1 en 9.2.3

Veranderen tijdens schooljaar

  • Als de toelatingsklassenraad akkoord gaat mag je ook tijdens het schooljaar overstappen van het 2e leerjaar B naar het 2e leerjaar A.
  • Je kan veranderen van basisoptie(s) tijdens het schooljaar mits een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad. 

Toelating voor cognitief sterk functionerende leerlingen:

Als je verstandelijk vooruit bent op je leeftijdsgenoten (= cognitief sterk functionerend) kan je ook toegelaten worden tot dit leerjaar als je niet beschikt over een studiebewijs (A-, B- of C-attest) van het onderliggende leerjaar en  op voorwaarde dat de klassenraad jou toelaat. De klassenraad is ook bevoegd om te bepalen of een leerling cognitief sterk functionerend is.

Overzitten

De mogelijkheid tot overzitten wordt vastgelegd in de regelgeving (omzendbrief SO 64, 3.13). Het is de bedoeling om overzitten te beperken. 

Behaald attest
in 2e leerjaar 1e graad SO
     

   

                                                        

A-attest .                                      

 

Overzitten* is mogelijk in een andere basisoptie.

 

B-attest
(met bindend advies van de deliberatieklassenraad)


Overzitten met of zonder studieverandering is mogelijk.

C-attest 


Overzitten is verplicht, tenzij je 15 jaar bent op 31/12 van het volgende schooljaar. Je kan dan wel nog naar het derde jaar van de finaliteit arbeidsmarkt.

Je mag veranderen van basisoptie als je overzit.


 * Een horizontale overstap van 2B naar 2A is niet hetzelfde als overzitten. (SO 64, 3.13)

Attest

Je behaalt op het einde van het 2A 1 van de volgende oriënteringsattesten:

  • A–attest = je bent geslaagd en je mag naar het 3e leerjaar. Je mag verder studeren in alle richtingen van de van de 2e graad, in alle finaliteiten en onderwijsvormen.
  • B–attest = je bent geslaagd en je mag naar het 3e leerjaar, maar bepaalde finaliteiten, onderwijsvormen of studierichtingen zijn uitgesloten.
  • C–attest = je bent niet geslaagd en je moet overzitten.

Je mag wel starten in het 3e leerjaar van een studierichting in de finaliteit arbeidsmarkt als:

  • je ten laatste op 31 december van het nieuwe schooljaar 15 jaar wordt;
  • én als je leerkrachten dit toelaten.

Je krijgt ook een getuigschrift van de 1e graad van het secundair onderwijs als je een A– of een B-attest hebt behaald en een getuigschrift van het basisonderwijs wanneer je dit om een of andere reden nog niet hebt.

Wat na deze opleiding?

Na het 2e leerjaar A kan je kiezen voor elke studierichting.
Studierichtingen behoren tot finaliteiten, onderwijsvormen en domeinen.

  • Studierichtingen zijn opleidingen die bestaan uit verschillende vakken.
  • Finaliteit: geeft aan waarop de studierichting de leerling voorbereidt.
  • Onderwijsvormen: algemeen secundair onderwijs, beroepssecundair onderwijs, kunstsecundair onderwijs en technisch secundair onderwijs (uitleg: zie moeilijke woordenlijst op Onderwijskiezer)
  • Domeinen zijn de interessegebieden (vb. Economie en organisatie, STEM, Taal en cultuur, …)

Om te starten in het 3e jaar hou je rekening met de toelatingsvoorwaarden en met het attest dat je op het einde van het 2e leerjaar behaalde.

Je krijgt ook een getuigschrift van de 1e graad van het secundair onderwijs als je een A– of een B-attest hebt behaald.

Je kan overschakelen naar duaal leren als je:

  • 16 jaar bent
  • Of als je 15 jar bent, op voorwaarde dat je eerste 2 leerjaren van het SO hebt gevolgd (je hoeft niet geslaagd te zijn
  • Of als je geslaagd bent in 2A of 2B