Kunst en creatie      


Kunst en creatie

Je onderzoekt artistieke en creatieve vormen van expressie zoals beeld, klank, woord, beweging, media.

Je leert:

  • creëren, interpreteren,
  • improviseren, presenteren en ontwerpen;
  • vaardigheden en technieken die je hierbij kunnen helpen.

Deze basisoptie kan je maar in enkele scholen volgen. Je kan starten als de leerkrachten van de school dit toelaten.

Een school kan er ook voor kiezen om 1 of meerdere pakketten van deze basisoptie aan te bieden, in plaats van de basisoptie in zijn geheel. We geven de pakketten wel weer op de schoolfiche, maar voor de concrete invulling in een bepaalde school ga je best naar de website van de school in kwestie.

In Kunst en creatie in 2A zijn dit de mogelijke pakketten:

-        Artistieke vorming
-        Ballet
-        Creatie en vormgeving

Welke lessen krijg je?

Basisvorming

Iedereen krijgt zedenleer, godsdienst, cultuurbeschouwing of eigen cultuur en religie.
In de basisvorming gaat veel aandacht gaat naar talen en wiskunde.
Daarnaast krijg je ook techniek, geschiedenis, wetenschappen, lichamelijke opvoeding, artistieke vorming …

 

Keuzegedeelte

In het keuzegedeelte kies je uit het aanbod van de school:

  • 1 basisoptie (5 u) of een pakket (= een onderdeel van een basisoptie)
  • de differentiatie.

Basisoptie:

Een leerling in 2A kan 1 basisoptie of een pakket kiezen uit het aanbod van de school.

Differentiatie:

Differentiëren kan op verschillende manieren:

  • Verkennen = proeven van nieuwe zaken (b.v. Projecten,…)
  • Versterken = bijwerken waar je het moeilijk mee hebt ((b.v. herhaling Frans, herhaling wiskunde,…)
  • Verdiepen = extra leerstof; extra uitdaging (b.v. extra wiskunde, extra Frans,…)

Opgelet:

Een lessenrooster verschilt van school tot school:

  • Scholen kunnen kiezen voor een lessenrooster met alle vakken apart.
  • Scholen kunnen ook vakken samenvoegen, bijvoorbeeld ‘techniek’ en ‘wiskunde’, of ‘beeld’ en ‘muziek’… Dat noemt men soms ook ‘vakkenclusters’.
  • Sommige scholen kiezen ervoor om lessen aan te bieden in de vorm van ‘projecten’.
Je krijgt minimaal 32 lesuren per week. Sommige scholen breiden het aantal lesuren basisvorming en/of differentiatie uit.

Daarom vermelden we geen lessenroosters meer. Meer informatie vind je op de websites van de scholen.

Waar kan ik "Kunst en creatie" volgen ?

Verfijn je zoekopdracht door één of meerdere filter(s) te selecteren.Toon alle scholen

Geen school gevonden? Pas de filter(s) aan.

Toelatingsvoorwaarden

Je wordt toegelaten tot 2A Kunst en creatie :

  • als je geslaagd bent in het 1 A (hou wel rekening met eventuele uitsluitingen voor bepaalde basisopties of pakketten van basisopties);
  • als je geslaagd bent in het 1B, op voorwaarde dat de toelatingsklassenraad akkoord gaat;
  • als je geslaagd bent in het 2B in een andere basisoptie (of combinatie van basisopties) dan de 'opstroomoptie', op voorwaarde dat de toelatingsklassenraad akkoord gaat;
  • als je geslaagd bent in het 2B in de 'opstroomoptie' of combinatie van basisopties waaronder de 'opstroomoptie'.
De school kan als toelatingsvoorwaarde voor deze basisoptie een geschikheids- of toelatingsproef organiseren (deze proef is dus niet verplicht; sommige scholen zullen ze organiseren, anderen niet).

Je kan ook worden toegelaten tot 2 A als je in het 1e A tekorten had voor bepaalde vakken, als de toelatingsklassenraad akkoord is. Daarvoor moet de toelatingsklassenraad wel eerst overleggen met de delibererende klassenraad van het 1e leerjaar A. De school die hiervoor kiest wil:

  • in individuele gevallen rekening houden met specifieke onderwijskundige of organisatorische argumenten;
  • meer individuele leertrajecten aanbieden.

Men moet dan wel rekening houden met volgende zaken:

  • de tekorten moeten weggewerkt zijn voor het einde van het 2e leerjaar (vb. via remediëring, bijkomende opdrachten, …).
  • krijg je in het 1e leerjaar geen oriënteringsattest, maar een attest van regelmatige lesbijwoning.
  • de delibererende klassenraad van het 2e leerjaar kan toch nog een oriënteringsattest A van 1A geven aan leerlingen die de tekorten van het 1e leerjaar hebben weggewerkt, maar niet geslaagd zijn in het 2e leerjaar.

Als je uit het buitengewoon secundair onderwijs komt, kan je worden toegelaten op voorwaarde dat de toelatingsklassenraad akkoord gaat. In afwachting van hun beslissing word je onder ontbindende voorwaarde ingeschreven. Zie ook SO 64 9.1.12

Als je uit een niet-Vlaamse onderwijsinstelling (buitenlandse -, Frans- of Duitstalige school in België) of uit een onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers (OKAN), dan kan de toelatingsklassenraad van de school je toelaten tot dit 2e leerjaar A. Dit moet beslist worden binnen de 35 lesdagen vanaf je start in dat leerjaar.

Zie regelgeving, omzendbrief SO 64, 9.1 en 9.2.3

Toelating voor cognitief sterk functionerende leerlingen:

Als je verstandelijk vooruit bent op je leeftijdsgenoten (= cognitief sterk functionerend) kan je ook toegelaten worden tot dit leerjaar als je niet beschikt over een studiebewijs (A-, B- of C-attest) van het onderliggende leerjaar en  op voorwaarde dat de klassenraad jou toelaat. De klassenraad is ook bevoegd om te bepalen of een leerling cognitief sterk functionerend is.

Veranderen tijdens schooljaar

  • Als de toelatingsklassenraad akkoord gaat mag je ook tijdens het schooljaar overstappen van het 2B naar  2A.
  • Je kan veranderen van basisoptie(s) tijdens het schooljaar mits een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad. 

 

Overzitten

De mogelijkheid tot overzitten wordt vastgelegd in de regelgeving (omzendbrief SO 64, 3.13). Het is de bedoeling om overzitten te beperken.

 

Behaald attest in 2e leerjaar 1e graad SO 

       

                                                        
A-attest .                                      

Overzitten* is mogelijk in een andere basisoptie.

B-attest

Overzitten met of zonder studieverandering is enkel mogelijk na een gunstig advies van de klassenraad.

C-attest 

Overzitten is verplicht, tenzij je 15 jaar bent op 31/12 van het volgende schooljaar. Je kan dan wel nog naar het derde jaar van de finaliteit arbeidsmarkt.

Je mag veranderen van basisoptie als je overzit.

 

 * Een horizontale overstap van 2B naar 2A is niet hetzelfde als overzitten. (SO 64, 3.13)

Attest

Je behaalt op het einde van het 2A 1 van de volgende oriënteringsattesten:

  • A– attest = je bent geslaagd en je mag naar het 3e leerjaar. Je mag verder studeren in alle richtingen van de van de 2e graad, in alle finaliteiten en onderwijsvormen.
  • B– attest = je bent geslaagd en je mag naar het 3e leerjaar, maar bepaalde finaliteiten, onderwijsvormen of studierichtingen zijn uitgesloten.
  • C–  attest = je bent niet geslaagd en je moet overzitten.

Je mag wel starten in het 3e leerjaar van het beroepssecundair onderwijs (3 bso) als:

  • je ten laatste op 31 december van het nieuwe schooljaar 15 jaar wordt;
  • én als je leerkrachten dit toelaten.)

Je krijgt ook:

  • een getuigschrift van de 1e graad van het secundair onderwijs als je een A– of een B-attest hebt behaald en
  • een getuigschrift van het basisonderwijs wanneer je dit om een of andere reden nog niet hebt.

Wat na deze opleiding?

Na het 2e leerjaar A kan je kiezen voor elke studierichting.
Studierichtingen behoren tot finaliteiten, onderwijsvormen en domeinen.

  • Studierichtingen zijn opleidingen die bestaan uit verschillende vakken.
  • Finaliteit: geeft aan waarop de studierichting de leerling voorbereidt.
  • Onderwijsvormen: algemeen secundair onderwijs, beroepssecundair onderwijs, kunstsecundair onderwijs en technisch secundair onderwijs (uitleg: zie moeilijke woordenlijst op Onderwijskiezer)
  • Domeinen zijn de interessegebieden (vb. Economie en organisatie, STEM, Taal en cultuur, …)

Om te starten in het 3e jaar hou je rekening met de toelatingsvoorwaarden en met het attest dat je op het einde van het 2e leerjaar behaalde.

Je krijgt ook een getuigschrift van de 1e graad van het secundair onderwijs als je een A– of een B-attest hebt behaald.

Je kan overschakelen naar duaal leren als je:

  • 16 jaar bent
  • Of als je 15 jar bent, op voorwaarde dat je eerste 2 leerjaren van het SO hebt gevolgd (je hoeft niet geslaagd te zijn
  • Of als je geslaagd bent in 2A of 2B