
Opstroomoptie
De opstroomoptie bereidt je voor op de overstap naar:
- 2A;
- een 3e leerjaar in een doorstroomgerichte studierichting of een studierichting met dubbele finaliteit (= doorstroomgericht + arbeidsmarktgericht).
De basisoptie opstroomoptie B-stroom is bedoeld om je beter te maken in wiskunde, Nederlands en andere vakken, zodat je later naar de dubbele of doorstroomfinaliteit kunt doorgaan. Deze optie helpt je ook om beter te worden in samenwerken, communiceren en je eigen talenten te ontdekken. Bijkomend krijgt het verkennen van je eigen mogelijkheden en interesses bijzondere aandacht in functie van oriëntering.
- Je leert hoe je duidelijk kunt praten en schrijven, bijvoorbeeld door een leuk verhaal te vertellen aan je klasgenoten of een brief te schrijven aan een vriend.
- Je leert hoe je de Nederlandse taal goed kunt gebruiken, bijvoorbeeld door te weten wanneer je 'd' of 't' moet schrijven aan het einde van een woord.
- Je leert hoe je de belangrijkste informatie uit teksten kunt halen, bijvoorbeeld door een tekst over dino’s te lezen en de belangrijkste feiten op te schrijven.
- Je leert hoe je doelgericht kunt zoeken naar informatie, bijvoorbeeld door op het internet te zoeken naar goede bronnen voor je spreekbeurt over het heelal.
- Je leert nieuwe woorden en uitdrukkingen, bijvoorbeeld door te weten wat 'figuurlijk taalgebruik' is en dit te gebruiken in je verhalen.
- Je leert hoe je rekensommen kunt oplossen met verschillende soorten getallen, zoals hele getallen en breuken, bijvoorbeeld door het oplossen van een probleem over hoeveel pizzapunten iedereen krijgt.
- Je leert rekenregels en symbolen gebruiken, bijvoorbeeld door te weten welk rekenvolgorde je moet volgen bij ingewikkelde sommen zoals 8 + (6 × 2).
- Je leert meetkundige vormen en eigenschappen, bijvoorbeeld door te weten hoe je de omtrek en oppervlakte van een vierkant kunt berekenen.
- Je leert algebra gebruiken, bijvoorbeeld door letters te gebruiken in plaats van getallen in sommen, zoals a + b = c.
- Je leert verbanden tussen hoeveelheden herkennen, bijvoorbeeld door te zien hoe meer je fietst, hoe meer calorieën je verbrandt.
- Je leert vergelijkingen oplossen, bijvoorbeeld door uit te rekenen hoeveel zakgeld je krijgt als je elke week 5 euro spaart en na 4 weken 20 euro hebt.
STEM-technieken
STEM = Science, Technology, Engineering, Mathematics
De basisoptie STEM-technieken helpt je om technische uitdagingen te ontdekken en dingen te bouwen en te maken. Dit kan gaan over onderwerpen zoals elektriciteit, houtbewerking, landbouw, mechanica, printmedia, schilderen en decoratie, textiel, en zelfs zeevisserij en binnenvaart.
Hier zijn enkele dingen die je leert:
- Modellen maken: Je leert hoe je een model kunt maken van een technisch systeem, zoals een miniatuur windmolen die elektriciteit opwekt.
- Modellen gebruiken: Met de modellen die je hebt gemaakt, leer je hoe je ze kunt gebruiken om echte dingen te bouwen, bijvoorbeeld een eenvoudige elektrische auto.
- Materialen en gereedschappen: Je werkt met verschillende materialen en gereedschappen. Stel je voor dat je een vogelhuisje bouwt; je leert welk hout je nodig hebt en welke gereedschappen het beste werken.
- Nauwkeurig meten: Je leert hoe je meetinstrumenten gebruikt om dingen precies te maken, zoals het meten van de lengte van een houten plank voor een boekenplank.
- Stappenplannen maken: Je leert een stappenplan te maken voor jouw projecten, zoals het bouwen van een robot. Eerst ontwerp je het, dan verzamel je de materialen en tenslotte bouw je het.
- Veilig werken: Veiligheid is belangrijk. Je leert bijvoorbeeld dat je altijd een veiligheidsbril moet dragen bij bedienen van een machine.
- Ontwerpen realiseren: Je zet jouw ontwerpen om in echte projecten, zoals het aanplanten van een groentetuin.
- Evalueren van projecten: Na het maken van je project, leer je hoe je dit kunt evalueren. Je kijkt bijvoorbeeld of je brochure goed ontworpen is en goed gedrukt.
Deze lessen en activiteiten zijn niet alleen leuk, maar helpen je ook om beter te worden in techniek en wetenschap door echte voorbeelden en praktijkervaring.
Let op: je kan een basisoptie kiezen in combinatie met 1 of 2 andere basisopties (maximum 3 basisopties).

Welke lessen krijg je?
Basisvorming
Iedereen krijgt zedenleer, godsdienst, cultuurbeschouwing of eigen cultuur en religie. In de basisvorming gaat veel aandacht gaat naar talen en wiskunde.
Daarnaast krijg je ook techniek, geschiedenis, wetenschappen, lichamelijke opvoeding, artistieke vorming …
Keuzegedeelte
In het keuzegedeelte kies je uit het aanbod van de school:
- maximaal 3 basisopties of pakketten (= een onderdeel van een basisoptie)
- de differentiatie.
Basisopties:
Een leerling in 2B kan maximaal 3 basisopties of pakketten (= een onderdeel of onderdelen van een basisoptie) kiezen uit het aanbod van de school.
Differentiatie:
Differentiëren kan op verschillende manieren:
- Verkennen = proeven van nieuwe zaken (b.v. Projecten,…)
- Verdiepen = extra leerstof; extra uitdaging (b.v. extra wiskunde, extra Frans,…)
- Versterken = bijwerken waar je het moeilijk mee hebt ((b.v. herhaling Frans, herhaling wiskunde,…)
Opgelet:
Een lessenrooster verschilt van school tot school:
- Scholen kunnen kiezen voor een lessenrooster met alle vakken apart.
- Scholen kunnen ook vakken samenvoegen, bijvoorbeeld ‘techniek’ en ‘wiskunde’, of ‘beeld’ en ‘muziek’… Dat noemt men soms ook ‘vakkenclusters’.
- Sommige scholen kiezen ervoor om lessen aan te bieden in de vorm van ‘projecten’.
Je krijgt minimaal 32 lesuren per week. Sommige scholen breiden het aantal lesuren basisvorming en/of differentiatie uit.
Daarom vermelden we geen lessenroosters meer. Meer informatie vind je op de websites van de scholen.
Waar kan ik "Opstroomoptie - STEM-technieken" volgen ?
Geen school gevonden? Pas de filter(s) aan.
Toelatingsvoorwaarden
Je wordt toegelaten 2B:
- als je geslaagd bent in 1A of 1B;
- als je al 14 jaar bent op 31 december van dat schooljaar.
Als je uit het buitengewoon secundair onderwijs komt, kan je worden toegelaten op voorwaarde dat de toelatingsklassenraad akkoord gaat. In afwachting van hun beslissing word je onder ontbindende voorwaarde ingeschreven. Zie ook SO 64 9.1.12
Als je uit een niet-Vlaamse onderwijsinstelling (buitenlandse, Frans- of Duitstalige school in België) of uit een onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers (OKAN), dan kan de toelatingsklassenraad van de school je toelaten tot dit 2e leerjaar B. Dit moet beslist worden binnen de 35 lesdagen vanaf je start in dat leerjaar.
Zie regelgeving, omzendbrief SO 64, 9.1 en 9.2.4
Toelating voor cognitief sterk functionerende leerlingen:
Als je verstandelijk vooruit bent op je leeftijdsgenoten (= cognitief sterk functionerend) kan je ook toegelaten worden tot dit leerjaar als je niet beschikt over een studiebewijs (A-, B- of C-attest) van het onderliggende leerjaar en op voorwaarde dat de klassenraad jou toelaat. De klassenraad is ook bevoegd om te bepalen of een leerling cognitief sterk functionerend is.
Veranderen tijdens schooljaar
- Als de toelatingsklassenraad akkoord gaat mag je ook tijdens het schooljaar overgaan van 2A naar 2B.
- Je kan veranderen van basisoptie(s) tijdens het schooljaar als de toelatingsklassenraad akkoord gaat.
Overzitten
De mogelijkheid tot overzitten wordt vastgelegd in de regelgeving (omzendbrief SO 64, 3.13). Het is de bedoeling om overzitten te beperken.
Behaald attest in 2e leerjaar 1e graad SO
|
|
A-attest.
|
Overzitten* is mogelijk in een andere basisoptie.
|
B-attest.
|
Overzitten met of zonder studieverandering is enkel mogelijk na een gunstig advies van de klassenraad.
|
C-attest.
|
Overzitten in hetzelfde leerjaar is verplicht, tenzij je 15 jaar bent op 31/12 van het volgende schooljaar. Je kan dan wel nog naar het derde jaar van de finaliteit arbeidsmarkt.
Je mag veranderen van basisoptie als je overzit.
|
* Een horizontale overstap van 2B naar 2A is niet hetzelfde als overzitten. (SO 64, 3.13)
Attest
Je behaalt op het einde van 2B met opstroomoptie 1 van de volgende oriënteringsattesten:
- A–attest = je bent geslaagd en je mag naar het 3e leerjaar. Je mag verder studeren in alle richtingen van de van de 2e graad, in alle finaliteiten en onderwijsvormen.
- B–attest = je bent geslaagd en je mag naar het 3e leerjaar, maar bepaalde finaliteiten, onderwijsvormen of studierichtingen zijn uitgesloten.
- C–attest = je bent niet geslaagd en je moet overzitten.
Je mag wel starten in het 3e leerjaar van het een studierichting in de arbeidsmarktfinaliteit als:
- je ten laatste op 31 december van het nieuwe schooljaar 15 jaar wordt; - én als je leerkrachten dit toelaten.
Je krijgt ook een getuigschrift van de 1e graad van het secundair onderwijs als je een A– of een B-attest hebt behaald en een getuigschrift van het basisonderwijs wanneer je dit om een of andere reden nog niet hebt.
Wat na deze opleiding?

|