Economie en organisatie - Maatschappij en welzijn - Voeding en horeca      


Economie en organisatie

  • Je maakt kennis met de wereld van ondernemen, kopen en verkopen.
  • Je leert welke invloed de consument heeft op milieu en privacy.
  • Je leert informatie- en communicatietechnologie (ICT) gebruiken.

Maatschappij en welzijn

Je onderzoekt:

  • het sociale gedrag van mensen;
  • menselijke relaties.

Je leert wat een gezonde en persoonlijke leefstijl is.
Je oefent sociale en communicatieve vaardigheden.

Voeding en horeca

Je kan deze basisoptie maar in enkele scholen in Vlaanderen volgen.
  • Je verkent hulpmiddelen en grondstoffen die vaak gebruikt worden in voeding en horeca.
  • Je leert hoe je moet werken in keuken en/of restaurant.
  • Je leert over:
    - gezond en veilig leven;
    - evenwichtig eten.
  • Je oefent communicatieve vaardigheden.
  • Je maakt kennis met beroepen in hotels en restaurants.

Een school kan er ook voor kiezen om 1 of een combinatie van pakketten van een basisoptie aan te bieden, in plaats van de basisoptie in zijn geheel. We geven de pakketten wel weer op de schoolfiche, maar voor de concrete invulling in een bepaalde school ga je best naar de website van de school in kwestie.

In Voeding en horeca zijn dit de mogelijke pakketten:

  • Bakkerij-slagerij
  • Restaurant en keuken

 

Let op: je kan een basisoptie kiezen in combinatie met 1 of 2 andere basisopties (maximum 3 basisopties).

Welke lessen krijg je?

 

Basisvorming

Iedereen krijgt zedenleer, godsdienst, cultuurbeschouwing of eigen cultuur en religie.
In de basisvorming gaat veel aandacht gaat naar talen en wiskunde.

Daarnaast krijg je ook techniek, geschiedenis, wetenschappen, lichamelijke opvoeding, artistieke vorming …

Keuzegedeelte

In het keuzegedeelte kies je uit het aanbod van de school:

  • maximaal 3 basisopties of pakketten (= een onderdeel van een basisoptie)
  • de differentiatie.

 Basisopties:

Een leerling in 2B kan maximaal 3 basisopties of pakketten (= een onderdeel of onderdelen van een basisoptie) kiezen uit het aanbod van de school.

Differentiatie:

Differentiëren kan op verschillende manieren:

  • Verkennen = proeven van nieuwe zaken (b.v. Projecten,…)
  • Verdiepen = extra leerstof; extra uitdaging (b.v. extra wiskunde, extra Frans,…)
  • Versterken = bijwerken waar je het moeilijk mee hebt ((b.v. herhaling Frans, herhaling wiskunde,…)

Opgelet:

Een lessenrooster verschilt van school tot school:

  • Scholen kunnen kiezen voor een lessenrooster met alle vakken apart.
  • Scholen kunnen ook vakken samenvoegen, bijvoorbeeld ‘techniek’ en ‘wiskunde’, of ‘beeld’ en ‘muziek’… Dat noemt men soms ook ‘vakkenclusters’.
  • Sommige scholen kiezen ervoor om lessen aan te bieden in de vorm van ‘projecten’.
Je krijgt minimaal 32 lesuren per week. Sommige scholen breiden het aantal lesuren basisvorming en/of differentiatie uit.

Daarom vermelden we geen lessenroosters meer. Meer informatie vind je op de websites van de scholen.

Waar kan ik "Economie en organisatie - Maatschappij en welzijn - Voeding en horeca" volgen ?

Verfijn je zoekopdracht door één of meerdere filter(s) te selecteren.Toon alle scholen

Geen school gevonden? Pas de filter(s) aan.

Toelatingsvoorwaarden

Je wordt toegelaten 2B:

  • als je geslaagd bent in 1A of 1B;
  • als je al 14 jaar bent op 31 december van dat schooljaar.

Als je uit het buitengewoon secundair onderwijs komt, kan je worden toegelaten op voorwaarde dat de toelatingsklassenraad akkoord gaat. In afwachting van hun beslissing word je onder ontbindende voorwaarde ingeschreven. Zie ook SO 64 9.1.12

Als je uit een niet-Vlaamse onderwijsinstelling (buitenlandse, Frans- of Duitstalige school in België) of uit een onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers (OKAN), dan kan de toelatingsklassenraad van de school je toelaten tot dit 2e leerjaar B. Dit moet beslist worden binnen de 35 lesdagen vanaf je start in dat leerjaar.

Zie regelgeving, omzendbrief SO 64, 9.1 en 9.2.4

 

Toelating voor cognitief sterk functionerende leerlingen:

Als je verstandelijk vooruit bent op je leeftijdsgenoten (= cognitief sterk functionerend) kan je ook toegelaten worden tot dit leerjaar als je niet beschikt over een studiebewijs (A-, B- of C-attest) van het onderliggende leerjaar en  op voorwaarde dat de klassenraad jou toelaat. De klassenraad is ook bevoegd om te bepalen of een leerling cognitief sterk functionerend is.

Veranderen tijdens schooljaar

  • Als de toelatingsklassenraad akkoord gaat mag je ook tijdens het schooljaar overgaan van  2A naar 2B.
  • Je kan veranderen van basisoptie(s) tijdens het schooljaar als de toelatingsklassenraad akkoord gaat. 

Overzitten

De mogelijkheid tot overzitten wordt vastgelegd in de regelgeving (omzendbrief SO 64, 3.13). Het is de bedoeling om overzitten te beperken.

 

Behaald attest in 2e leerjaar 1e graad SO   

     

                                                        

A-attest.   

                      

Overzitten* is mogelijk in een andere basisoptie.

 

B-attest.

 

Overzitten met of zonder studieverandering is enkel mogelijk na een gunstig advies van de klassenraad.

C-attest.

Overzitten in hetzelfde leerjaar is verplicht, tenzij je 15 jaar bent op 31/12 van het volgende schooljaar. 
Je kan dan wel nog naar het derde jaar van de finaliteit arbeidsmarkt.

Je mag veranderen van basisoptie als je overzit.

 

 * Een horizontale overstap van 2B naar 2A is niet hetzelfde als overzitten. (SO 64, 3.13)

Attest

Je behaalt op het einde van 2B zonder opstroomoptie 1 van de volgende oriënteringsattesten:

  • A– attest = je bent geslaagd en je mag naar het 3e leerjaar.

            -  Je mag verder studeren in alle richtingen van de van de 2e graad in de finaliteit arbeidsmarktgericht;

            -  Je mag ook verder studeren in de anderen finaliteiten en onderwijsvormen van de 2e graad, ALS DE LEERKRACHTEN VAN HET 3e LEERJAAR AKKOORD GAAN.

  • B– attest = je bent geslaagd en je mag naar het 3e leerjaar, maar bepaalde finaliteiten, onderwijsvormen of studierichtingen zijn uitgesloten.
  • C–  attest = je bent niet geslaagd en je moet overzitten.

Je mag wel starten in het 3e leerjaar van het beroepssecundair onderwijs (3 bso) als:

  • je ten laatste op 31 december van het nieuwe schooljaar 15 jaar wordt;
  • én als je leerkrachten dit toelaten.)

Je krijgt ook:

  • een getuigschrift van de 1e graad van het secundair onderwijs als je een A– of een B-attest hebt behaald en
  • een getuigschrift van het basisonderwijswanneer je dit om een of andere reden nog niet hebt.

Wat na deze opleiding?

Om te starten in het 3e jaar hou je rekening met de toelatingsvoorwaarden en met het attest dat je op het einde van het 2e leerjaar behaalde.

De meeste leerlingen van 2B kiezen in het 3e jaar voor een studierichting in de finaliteit ‘Arbeidsmarktgericht’.

Studierichtingen behoren tot  finaliteiten, onderwijsvormen  en domeinen.

  • Studierichtingen zijn opleidingen die bestaan uit verschillende vakken.
  • Finaliteit: geeft aan waarop de studierichting de leerling voorbereidt.
  • Onderwijsvormen: algemeen secundair onderwijs, beroepssecundair onderwijs, kunstsecundair onderwijs en technisch secundair onderwijs
    (uitleg: zie moeilijke woordenlijst op Onderwijskiezer)
  • Domeinen: zijn de interessegebieden (vb. Economie en organisatie, STEM, Taal en cultuur, …)

Er zijn ook andere mogelijkheden als je een A- of B-attest hebt behaald, op voorwaarde dat de leerkrachten van het 3e  leerjaar je toelaten (= akkoord toelatingsklassenraad)

  • rechtstreekse toegang
  • toelating mits akkoord van de klassenraad

Als de leerkrachten van het 2e leerjaar A dit toestaan, kan je met een A- of B-attest ook starten in het 2e leerjaar A.

Je kan overschakelen naar duaal leren als je:

  • 16 jaar bent
  • Of als je 15 jar bent, op voorwaarde dat je eerste 2 leerjaren van het SO hebt gevolgd (je hoeft niet geslaagd te zijn
  • Of als je geslaagd bent in 2A of 2B

Je krijgt ook een getuigschrift van de 1e graad van het secundair onderwijs als je een A– of een B-attest hebt behaald.