1e leerjaar A      


1e leerjaar A

De meeste leerlingen uit het 6de leerjaar lager onderwijs gaan naar het 1e leerjaar A. 

Je krijgt er les van verschillende leerkrachten. 
Er wordt verder gebouwd op de leerstof uit het basisonderwijs. Je zal dan ook heel wat vakken herkennen van de lagere school.
In dit 1e leerjaar A ligt de nadruk zoveel mogelijk op een brede basisvorming voor iedereenHet is de bedoeling dat alle leerlingen een basiskennis hebben van Nederlands en wiskunde. Er wordt ook meer aandacht besteed aan het financieel-economische, het digitale en aan burgerschap.

Het tempo in de klas ligt hoger dan in de basisschool en er wordt van jou een grotere zelfstandigheid verwacht.

Welke school je ook kiest, 27 lestijden gaan naar de basisvorming en 5 lestijden naar de verschillende differentiatiemogelijkheden (= ook wel keuzegedeelte genoemd).

Binnen de basisvorming streeft men verschillende doelen na: 

Basisgeletterdheid: dit zijn minimumvereisten voor basiscompetenties, zoals wiskundige en digitale geletterdheid en Nederlands, te bereiken door elke individuele leerling op het einde van de eerste graad (A en B).

Minimumdoelen: deze doelen moeten door de meeste leerlingen behaald worden tegen het einde van de 1e graad. 

Uitbreidingsdoelen: dit zijn onderwijsdoelen die een groter abstractieniveau hebben, of een hogere moeilijkheidsgraad, en door zoveel mogelijk leerlingen behaald worden.

Het differentiatiegedeelte/keuzegedeelte heeft de bedoeling om te remediëren en te verdiepen.  

Remediëren: als de basisvorming onvoldoende verworven is, kan je een gedeelte van de tijd gebruiken om jezelf te versterken in de leerstof.

Verdiepen/verbreden:Je doet meer kennis en vaardigheden op in 1 of meer onderdelen van de algemene vorming of je verdiept je meer in klassieke talen (Latijn en/of Grieks).

Remediëring van de algemene vorming kan zowel op vraag van de leerling als opgelegd door de klassenraad en dit zowel tijdens als op het einde van het schooljaar.

De lesuren differentiatie kunnen nooit volledig aan remediëring worden besteed. De inhoud en de benaming van deze lesuren kunnen van school tot school verschillen.

De wijze waarop de school de lessen rond de basisvorming en het keuzegedeelte organiseert kan op verschillende manieren gebeuren. De ene school zal nog werken met een klassiek lessenrooster met vakken en lesuren die er aan besteed worden. Andere scholen brengen vakken samen in 'clusters', en werken met projectplanners, weekplanners, ... 

 

In het 1e en 2e leerjaar verken je verder je capaciteiten en je belangstelling. Zo kan je gemakkelijker een studiekeuze maken in de volgende jaren. Een studierichting kies je pas vanaf het 1e leerjaar van de 2e graad (3e leerjaar).

 Voor zeer talentrijke jongeren die in het 1e leerjaar A topsportonderwijs willen volgen, kan je hier alle informatie vinden.

Foto OK Foto OK Foto OK Foto OK Foto OK

Welke lessen krijg je?

Er bestaan geen unieke opgelegde lessenroosters die moeten gevolgd worden.
Scholen zijn vrij om te beslissen hoe ze het onderwijs invullen en hoe ze de lesweken vormgeven.
Er ligt vast dat je per week minimaal 32 u les krijgt: 27 u basisvorming + 5 uur keuzegedeelte (differentiatiegedeelte).

Basisvorming

De meeste tijd in 1A gaat naar basisvorming.
Hieronder verstaan we talen en wiskunde.  Je bouwt verder op hetgeen je geleerd hebt in het basisonderwijs. Iedereen krijgt ook zedenleer, godsdienst of cultuurbeschouwing & religie.
Voorts gaat er aandacht naar techniek, aardrijkskunde en geschiedenis (maatschappelijke vorming), wetenschappen, lichamelijke opvoeding, artistieke vorming, Frans, …
Let wel: dezelfde lessen kunnen in een andere school, een andere naam krijgen.

Een woordje uitleg:

Techniek: je maakt kennis met de wereld van techniek. Ook via toepassingen, experimenten,… De inhoud kan verschillen van school tot school:

  • agro- en biotechnieken: land- en tuinbouw, veeteelt, fruit- en groenteteelt …

  • creatie en vormgeving: mode en kleding

  • handel: aankoop en verkoop, geldhandel, betaalsystemen, bankwezen …

  • hotel-voeding: voedselbehandeling, koken, bakken, serveren …

  • nautische technieken/scheepvaart/zeemanschap

  • nijverheidstechnieken: bouw, elektriciteit, grafische technieken, hout, metaal(bewerking), textiel …

  • gezinstechnieken/sociale en technische vorming: verzorging, hygiëne, voedselbereiding, wooncultuur

Artistieke vorming:  dit kan gaan over: muziek, beeldende kunsten, klassieke / hedendaagse dans.


Op het einde van de 1e graad moeten alle leerlingen van de A-stroom, naar welke school ze ook gaan, dezelfde doelen *bereiken.
Vb. bepaalde inhouden van wiskunde begrijpen en kunnen toepassen, vaardigheden in het Nederlands, (natuur)wetenschappen, technologie, burgerschap, economische, financiële en digitale vaardigheden (computer), cultureel en geschiedkundig bewustzijn, ….

Je leert in verschillende vakken over gezond leven, bewust omgaan met het milieu en welk gedrag er van een burger verwacht wordt. Ook Leren leren en het oefenen van sociale vaardigheden komen aan bod.

Sommige scholen geven leerlingen 2 jaar de tijd (1A + 2A) om de basisvorming te verwerven, andere scholen verdelen de te  verwerven basisvorming over de 2 jaren.

Keuzegedeelte/ Differentiatiegedeelte

Deze 5 uren zijn bedoeld om je:

  • de kans te geven om je verder te verdiepen in leerstof waarin je geïnteresseerd bent of talent voor hebt uit te dagen via extra leerstof

  • tekorten voor vakken uit de basisvorming te laten wegwerken

  • keuzevaardigheden te ontwikkelen

In 1A kan je het keuzegedeelte ook opvullen met Klassieke talen. Hier leer je Oudgriekse en/of Latijnse teksten begrijpen of vertalen.

Je krijgt de kans om te achterhalen wat je graag doet en waar je goed in bent.

Deze 5 uren differentiatie verschillen van school tot school. Je kiest uit het aanbod van de school.

 *Deze doelen noemt men ook wel eindtermen. Ze vertrekken van sleutelvaardigheden die je moet bereikt hebben op het einde van de graad.

Opgelet:

De organisatie van de lessen kan sterk verschillen van school tot school:

  • er kunnen projectweken georganiseerd worden naast lesweken;

  • vakken kunnen samengevoegd worden;

  • er kan rond thema’s worden lesgegeven;

  • scholen kunnen weekplanningen laten verschillen per trimester of  zelfs van week tot week … terwijl andere scholen toch nog kiezen voor een klassiek ‘lessenrooster’ met allemaal aparte vakken…

Het is dus belangrijk om scholen te vergelijken. Zo kom je te weten hoe ze het keuzegedeelte invullen, hoe ze de lesweken indelen …
Heel wat informatie vind je op de websites van de scholen maar je kan ook zelf contact opnemen.

 

Waar kan ik "1e leerjaar A" volgen ?

Verfijn je zoekopdracht door één of meerdere filter(s) te selecteren.Toon alle scholen

Geen school gevonden? Pas de filter(s) aan.

Toelatingsvoorwaarden

Je wordt toegelaten tot 1A als je:

  • het getuigschrift basisonderwijs hebt;

  • rechtstreeks overkomt uit een niet-Vlaamse school (buitenlandse school, Frans- of Duitstalige school in België) of uit een onthaaljaar voor anderstalige nieuwkomers (OKAN). Mits gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad.
    Dit moet worden beslist binnen de 35 kalenderdagen vanaf je start in dat leerjaar. 
    Indien je overstapt vanuit OKAN, moet de toelatingsklassenraad rekening houden met het advies van de klassenraad van dat onthaaljaar. Als de uiteindelijke beslissing afwijkt van dat advies moet dit worden gemotiveerd. 

Als je een kunstgerichte opleiding wil starten in een school met enkel kunstsecundaire studierichtingen, dan moet de klassenraad hiervoor toestemming geven.

Voor inschrijving in 1A met Topsport moet je een topsportstatuut hebben.

Zie regelgeving, omzendbrief SO 64, 9.1 en 9.2.1

Veranderen tijdens schooljaar

Veranderen van school mag altijd.

Overstappen naar 1B doorheen het schooljaar mag als de toelatingsklassenraad akkoord gaat.

Overgaan binnen 1A naar andere differentiatie- uren (= veranderen van keuzeuren) is zeker mogelijk. Hiervoor is geen beslissing van de klassenraad nodig. Er bestaan immers geen overgangsvoorwaarden binnen 1A.

Overzitten

Behaald attest in 1e leerjaar 1e graad SO        

                                                        
A-attest na 1A

Overzitten is onmogelijk.

A-attest met uitsluiting voor minstens de helft van de basisopties van 2A

Overzitten is mogelijk. 

C-attest (in uitzonderlijke situaties)

Overzitten in hetzelfde leerjaar is verplicht, tenzij je 14 jaar bent op 31/12 van het volgende schooljaar. Je kan dan wel nog naar 2B.

De mogelijkheid tot overzitten wordt vastgelegd in de regelgeving (omzendbrief SO 64, 3.13).

Het is de bedoeling om overzitten te beperken. 

Leerlingen die les volgen in een school die gebruik maakt van het systeem van 'uitstel van de delibererende klassenraad tot het einde van de eerste graad', stromen automatisch door naar het 2e leerjaar.

Attest

Je kan één van de volgende oriëntatieattesten behalen:

  • Een A-attest wanneer je GESLAAGD bent.

    De klassenraad kan je eventueel verplichten om:

    -je bij te werken voor een bepaald vak (= A-attest met verplichte remediëring) in het 2e leerjaar EN/OF

    -je verbieden om bepaalde basisopties of pakketten te kiezen in 2A of 2B. (= A-attest met beperkingen)
 
  • Een C-attest wanneer je NIET GESLAAGD bent. Dit C-attest wordt alleen toegekend in uitzonderlijke gevallen.

 

(Zie de omzendbrief  SO 64)

Wat na deze opleiding?

Wat na "1e leerjaar A" ?

Het attest dat je behaalt in 1A is belangrijk voor het volgend schooljaar.

  • Met een A-attest mag je naar 2A of 2B
    Je kan vrij kiezen tussen de basisopties van het 2e leerjaar A. Weet wel dat, om in 2A de basisoptie 'Klassieke talen' te kunnen volgen, je best in 1A al 'Klassieke talen' hebt gevolgd.
    Je kan ook beslissen om over te schakelen naar een basisoptie van het 2e leerjaar B.
    Het is niet toegelaten om met een A-attest, 1A opnieuw te doen.

    Met een A-attest met beperkingen (= je bent geslaagd maar mag 1 of meer basisoptie(s)/pakketten niet kiezen in 2A) moet je rekening houden met deze beperkingen.
    Met een A-attest met beperkingen, kan je wel overzitten als het A-attest meer dan de helft van de basisopties in 2A uitsluit. 
  • Met een C-attest moet je overzitten of naar 2B gaan (als je al 14 jaar bent op 31 december van volgend schooljaar). Dit attest wordt uitzonderlijk uitgereikt.

 

Je kiest in het 2e leerjaar, een basisoptie (of een pakket) uit het aanbod van de school.
Basisopties dienen als kennismaking zodat je kan ontdekken waarvoor je talent en belangstelling hebt.

Een school kan een basisoptie verdelen in meer specifieke pakketten. Een overzicht van de basisopties en pakketten in 2A vind je hieronder. Vanuit je ervaringen in dit 2e leerjaar zal je het daaropvolgend jaar, in de 2e graad,  een studierichting kiezen.

Basisopties in 2A

Basisopties en paketten in 2B

Economie en organisatie

Economie en organisatie - Maatschappij en welzijn - Opstroomoptie

Economie en organisatie - Maatschappij en welzijn - Sport

Economie en organisatie - Maatschappij en welzijn - STEM-technieken

Economie en organisatie - Maatschappij en welzijn - Voeding en horeca

Economie en organisatie - Kunst en creatie

Economie en organisatie - Kunst en creatie - Maatschappij en welzijn

Economie en organisatie - Kunst en creatie - Opstroomoptie

Economie en organisatie - Kunst en creatie - Sport

Economie en organisatie - Kunst en creatie - STEM-technieken

Economie en organisatie - Kunst en creatie - Voeding en horeca

Economie en organisatie - Maatschappij en welzijn

Economie en organisatie - Opstroomoptie

Economie en organisatie - Opstroomoptie - Sport

Economie en organisatie - Opstroomoptie - STEM-technieken

Economie en organisatie - Opstroomoptie - Voeding en horeca

Economie en organisatie - Sport

Economie en organisatie - Sport - STEM-technieken

Economie en organisatie - Sport - Voeding en horeca

Economie en organisatie - STEM-technieken

Economie en organisatie - STEM-technieken - Voeding en horeca

Economie en organisatie - Voeding en horeca

Kunst en creatie

Kunst en creatie - Maatschappij en welzijn - Opstroomoptie

Kunst en creatie - Maatschappij en welzijn - Sport

Kunst en creatie - Maatschappij en welzijn - STEM-technieken

Kunst en creatie - Maatschappij en welzijn - Voeding en horeca

Kunst en creatie - Maatschappij en welzijn

Kunst en creatie - Opstroomoptie

Kunst en creatie - Opstroomoptie - Sport

Kunst en creatie - Opstroomoptie - STEM-technieken

Kunst en creatie - Opstroomoptie - Voeding en horeca

Kunst en creatie - Sport

Kunst en creatie - Sport - STEM-technieken

Kunst en creatie - Sport - Voeding en horeca

Kunst en creatie - STEM-technieken

Kunst en creatie - STEM-technieken - Voeding en horeca

Kunst en creatie - Voeding en horeca

Maatschappij en welzijn (2e lj. B)

Maatschappij en welzijn - Opstroomoptie

Maatschappij en welzijn - Opstroomoptie - Sport

Maatschappij en welzijn - Opstroomoptie - STEM-technieken

Maatschappij en welzijn - Opstroomoptie - Voeding en horeca

Maatschappij en welzijn - Sport

Maatschappij en welzijn - Sport - STEM-technieken

Maatschappij en welzijn - Sport - Voeding en horeca

Maatschappij en welzijn - STEM-technieken

Maatschappij en welzijn - STEM-technieken - Voeding en horeca

Maatschappij en welzijn - Voeding en horeca

Opstroomoptie

Opstroomoptie - Sport

Opstroomoptie - Sport - Voeding en horeca

Opstroomoptie - Sport -STEM-technieken

Opstroomoptie - STEM-technieken

Opstroomoptie - STEM-technieken - Voeding en horeca

Opstroomoptie - Voeding en horeca

Sport

Sport - STEM-technieken

Sport - STEM-technieken - Voeding en horeca

Sport - Voeding en horeca

STEM-technieken

STEM-technieken - Voeding en horeca

Voeding en horeca