|
Het werkterrein van de master in de Biowetenschappen richt zich zowel tot de dierlijke als plantaardige sector als tot de voedingsindustrie. Industrieën verwant aan deze sectoren vormen ook een belangrijk werkterrein. Dit kan enerzijds zijn bij de vervaardiging van de producten die bestemd zijn voor de agro-foodindustrie zoals meststoffen, veevoeders en reinigings- en desinfectiemiddelen. Anderzijds kan het ook gaan over valorisatie van producten afkomstig van de landbouw zoals verwerking, conservering, verduurzaming en zuivering. Het werkterrein is sterk innovatief. Naast de productietakken biedt ook het beheer van natuurgebieden nieuwe tewerkstellingsgebieden. De belangrijkste uitwegen zijn: - de agrarische en voedingsindustrieën: landbouw- en tuinbouwondernemingen, fabrieken voor meststoffen, maalderij- en veevoederbedrijven, brouwerijen en gistingsbedrijven, zuivelindustrie, conserveringsbedrijven, suikerraffinaderijen, jam- en stroopfabrieken, biochemische bedrijven; - onderzoekscentra en ontwikkelingslaboratoria voor biotechnologie; - diensten van de federale of gewestelijke overheid (bv. departement Leefmilieu en Infrastructuur): ruilverkaveling, voorlichting als bedrijfsconsulent, proefstations, zuiveringsstations… - handel en marketing van land- en tuinbouwproducten; - beroepsverenigingen voor de landbouw (bv. Belgische Boerenbond); - zelfstandig land- en tuinbouwbedrijf; - ontwikkelingslanden waar nog een groot tekort is aan bio-ingenieurs; - secundair onderwijs: opleidingen land- en tuinbouw, mits het behalen van een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid.
Hier een overzicht van mogelijke aansluitende beroepen uit de beroependatabase van onderwijskiezer. Er kunnen steeds nog andere mogelijkheden zijn. Klik op een beroep voor meer informatie. |