Biowetenschappen - Academische bachelor
De opleidingen in de biowetenschappen (industrieel ingenieur) richten zich op de toepassing van bio-, natuur- en technologische wetenschappen in plantaardige en/of dierlijke productieprocessen of bij de productie van voedingsmiddelen. De opleiding wordt gekenmerkt door een brede interesse voor plantaardige en dierlijke productie, verwerking van agrarische producten en milieubeheer, gestoeld op een brede wetenschappelijke vorming.
Naast het theoretisch luik wordt al vanaf de eerste bachelor een groot aantal uren besteed aan toepassingen en laboratoriumoefeningen, wat later wordt aangevuld met contacten met het werkveld. In het 1e jaar ligt de klemtoon op exacte wetenschappen als wiskunde, fysica en chemie. De biologische vakken anatomie en fysiologie van plant en dier krijgen ook bijzondere aandacht. In het 2e jaar komen daar o.a. nog biochemie, genetica, bodemkunde en microbiologie als belangrijke vakken bij.
Voor wie?
Het spreekt voor zich dat een uitgesproken interesse voor wiskunde en wetenschappen onontbeerlijk is voor al wie een ingenieursstudie wil aanvatten. Een voorkennis van minstens 4 uur wiskunde per week (in het secundair) wordt ten sterkste aangeraden. Een specifieke voorkennis van opleidingsonderdelen zoals mechanica, elektriciteit en chemie is niet noodzakelijk.
De universiteiten organiseren voor kandidaat-studenten een starttoets. Deelname is verplicht. Je moet je wel vooraf inschrijven!
Studiepunten
180 (bachelor) + 60 (master)
Biowetenschappen - Academische bachelor |
Algemene info
De opleidingen in de biowetenschappen (industrieel ingenieur) richten zich op de toepassing van bio-, natuur- en technologische wetenschappen in plantaardige en/of dierlijke productieprocessen of bij de productie van voedingsmiddelen. De opleiding wordt gekenmerkt door een brede interesse voor plantaardige en dierlijke productie, verwerking van agrarische producten en milieubeheer, gestoeld op een brede wetenschappelijke vorming.
Naast het theoretisch luik wordt al vanaf de eerste bachelor een groot aantal uren besteed aan toepassingen en laboratoriumoefeningen, wat later wordt aangevuld met contacten met het werkveld. In het 1e jaar ligt de klemtoon op exacte wetenschappen als wiskunde, fysica en chemie. De biologische vakken anatomie en fysiologie van plant en dier krijgen ook bijzondere aandacht. In het 2e jaar komen daar o.a. nog biochemie, genetica, bodemkunde en microbiologie als belangrijke vakken bij.
Voor wie?
Het spreekt voor zich dat een uitgesproken interesse voor wiskunde en wetenschappen onontbeerlijk is voor al wie een ingenieursstudie wil aanvatten. Een voorkennis van minstens 4 uur wiskunde per week (in het secundair) wordt ten sterkste aangeraden. Een specifieke voorkennis van opleidingsonderdelen zoals mechanica, elektriciteit en chemie is niet noodzakelijk.
De universiteiten organiseren voor kandidaat-studenten een starttoets. Deelname is verplicht. Je moet je wel vooraf inschrijven!
Studiepunten
180 (bachelor) + 60 (master)
Instellingen die de opleiding organiseren met keuzetraject(en):
Onderwijskiezer ziet een keuzetraject als een essentieel deel van de opleiding, dat mede de eigenheid van die opleiding bepaalt. De onderwijsinstellingen gebruiken verschillende benamingen en /of criteria om een keuzetraject aan te duiden. Daarom kiezen we er voor om een vak of een pakket van vakken als keuzetraject te benoemen als dit minstens 6 studiepunten omvat.
Toegepaste dierwetenschappen |
Toegepaste omgevingswetenschappen |
Toegepaste plantwetenschappen |
Toegepaste voedingswetenschappen |
Biotechnologie |
Landbouwkunde |
Tuinbouwkunde |
Voedingsindustrie |
TOELATINGSVOORWAARDEN
Je wordt rechtstreeks toegelaten tot een academische bacheloropleiding als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's, behaald aan een onderwijsinstelling van de Vlaamse Gemeenschap:
- een diploma van secundair onderwijs;
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
- een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid)
Uitzonderingen : - Er is een toelatingsexamen voor de bacheloropleidingen in de studiegebieden Diergeneeskunde, Geneeskunde en Tandheelkunde (info: toelatingsexamenartstandarts.be );
- Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
- Er is een ijkingstoets voor een aantal opleidingen. Bij sommige is die verplicht. Meer info vind je hier.
Afwijkende toelatingsvoorwaarden:
De onderwijsinstellingen hebben een reglement moeten opstellen voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen.
Dit reglement kan je bij de instelling van je keuze opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. Een gesprek, een proef, ..).
4. Nationaliteit en taalbeheersing
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs !!
Toelatingsvoorwaarden voor studenten uit Nederland
Met een Nederlands VWO-diploma of met een HBO-propedeuse word je rechtstreeks toegelaten tot een academische bachelorpleiding aan een Vlaamse universiteit.
Nederlandse studenten met een ander diploma dienen een toelatingsaanvraag in bij de universiteit.
Extra voorwaarden voor en studenten met een diploma secundair onderwijs van de Franstalige of Duitstalige Gemeenschap, een Europees of Internationaal Baccalaureaat behaald in België of in het buitenland?
Je dient een aanvraag in bij de universiteit waar je de opleiding wenst te volgen. Houd hierbij rekening met de applicatie-deadlines, die kunnen verschillen i.f.v. nationaliteit en opleiding.
Situering
Opleiding: Biowetenschappen
Studieniveau: Academische bachelor - HO
Specificatie: Bachelor of Science
Studiegebied: Biotechniek
Belangstellingsdomeinen: Exacte wetenschappen, Techniek, Wiskunde-cijferwerk,
Schoolvakken SO: Biologie, Biotechniek, Chemie, Landbouw, Tuinbouw, Voeding,
Vervolgopleidingen
een masteropleiding
Na een academisch gerichte bacheloropleiding ga je normalerwijze een masteropleiding volgen. Een master omvat minstens 60 studiepunten. Masters zijn altijd academisch gericht, maar kunnen ook een professionele gerichtheid hebben. Onderwijskiezer vermeldt hier de masters van het studiegebied van deze opleiding. Let wel dat je niet automatisch in al deze masters toegelaten wordt! Het kan zijn dat je eerst een voorbereidingsprogramma moet volgen.
Masteropleidingen binnen dit studiegebied
een postgraduaat
Verder studeren kan ook in een postgraduaat. Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten.. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.
een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)
Een Ba-na-ba is een opleiding van 60 studiepunten. Het is in feite een voortgezette, gespecialiseerde (verbredend of verdiepend) opleiding. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De opleiding leidt tot een diploma. Een Ba-na-ba kan je niet volgen als basisdiploma. Je kan een Ba-na-ba starten als je een bachelor of masterdiploma hebt behaald. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per Ba-na-Ba
een verkorte bachelor/master
Wanneer je een andere bachelor/master wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt
dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor/master leidt naar een volwaardig
bachelor-/masterdiploma.
Voor informatie over je mogelijkheden kan je terecht bij de onderwijsinstellingen.
Mits het volgen van een voorbereidingsprogramma zijn er waarschijnlijk nog andere opleidingen mogelijk. De mogelijkheden hangen af van je vooropleiding, EVC’s, EVK’s ... Contacteer de instellingen voor hoger onderwijs voor concrete informatie.
een lerarenopleiding
Na een academische bachelor kan je via een verkorte educatieve bacheloropleiding leraar worden. Deze opleiding neemt 60 studiepunten in beslag en wordt georganiseerd door een hogeschool. Meer info.
Als je voldoet aan de toelatingsvoorwaarden kan je ook een Educatieve masteropleiding volgen.
na- of bijscholingen
Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.
Instellingen
Kleinhoefstraat 4 2440 Geel
Sint-Pietersnieuwstraat 33 9000 Gent
Beroepsuitwegen
Deze beschrijving veronderstelt dat je het masterniveau hebt behaald.
Het werkterrein van de master in de Biowetenschappen richt zich zowel tot de dierlijke als plantaardige sector als tot de voedingsindustrie.
Industrieën verwant aan deze sectoren vormen ook een belangrijk werkterrein.
Dit kan enerzijds zijn bij de vervaardiging van de producten die bestemd zijn voor de agro-foodindustrie zoals meststoffen, veevoeders en reinigings- en desinfectiemiddelen.
Anderzijds kan het ook gaan over valorisatie van producten afkomstig van de landbouw zoals verwerking, conservering, verduurzaming en zuivering.
Het werkterrein is sterk innovatief.
Naast de productietakken biedt ook het beheer van natuurgebieden nieuwe tewerkstellingsgebieden.
De belangrijkste uitwegen zijn:
- de agrarische en voedingsindustrieën: landbouw- en tuinbouwondernemingen, fabrieken voor meststoffen, maalderij- en veevoederbedrijven, brouwerijen en gistingsbedrijven, zuivelindustrie, conserveringsbedrijven, suikerraffinaderijen, jam- en stroopfabrieken, biochemische bedrijven
- onderzoekscentra en ontwikkelingslaboratoria voor biotechnologie
- diensten van de federale of gewestelijke overheid (bv. departement Leefmilieu en Infrastructuur): ruilverkaveling, voorlichting als bedrijfsconsulent, proefstations, zuiveringsstations, ...
- handel en marketing van land- en tuinbouwproducten
- beroepsverenigingen voor de landbouw (bv. Belgische Boerenbond)
- zelfstandig land- en tuinbouwbedrijf
- ontwikkelingslanden waar nog een groot tekort is aan bio-ingenieurs
- secundair onderwijs: opleidingen land- en tuinbouw, mits het behalen van een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid.
Hier een overzicht van mogelijke aansluitende beroepen uit de beroependatabase van onderwijskiezer.
Er kunnen steeds nog andere mogelijkheden zijn.
Klik op een beroep voor meer informatie.
Mogelijke beroepen
Industrieel ingenieur
Landbouwkundig adviseur
Landbouwkundig onderzoeker
Leidinggevende milieuzorg en sanering
Onderzoeker exacte wetenschappen
Projectmanager engineering
Supervisor natuurpatrimonium
Technicus veiligheid, hygi�ne en leefmilieu
Verantwoordelijke eco-industri�le onderneming
Vlaamse Kwalificatiestructuur
-
Kwalificaties beschrijven wat je moet kennen en kunnen om een beroep uit te oefenen, een opleiding te starten of deel te nemen aan de maatschappij. De Kwalificatiedatabank bevat alle beroepskwalificaties en onderwijskwalificaties uit de Vlaamse kwalificatiestructuur.
Studierendement
Studierendement is iets anders dan slaagpercentage.
Toelichting vind je onder de tabel. We raden je aan om de cijfers rond het studierendement met een (leerling)begeleider of een CLB-medewerker te bespreken.
Vanaf schooljaar 2025-2026 zullen omwille van de modernisering van het SO de cijfers tijdelijk niet beschikbaar zijn.
Vanaf 2027-2028 levert het departement onderwijs en vorming nieuwe cijfers aan.
Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (= 30 of meer) uit eenzelfde studierichting voor een bepaalde opleiding binnen het hoger onderwijs kiest, beschikt men over betrouwbare cijfers over het studierendement.
Voor deze opleiding worden geen Studierendement- cijfers weergegeven.
Dit betekent niet dat geen enkele student kiest voor deze opleiding hoger onderwijs en succes heeft in die richting.
Dit betekent wel dat er minder dan 30 studenten uit eenzelfde secundaire studierichting voor deze opleiding hoger onderwijs hebben gekozen.
Hierdoor beschikken we niet over resultaten die statistisch significant (betekenisvol) zijn en kunnen er geen betrouwbare percentages aan gekoppeld worden.
Gegevens bijgewerkt tot 20-03-2023 |
Biowetenschappen - Academische bachelor |
Algemene info
De opleidingen in de biowetenschappen (industrieel ingenieur) richten zich op de toepassing van bio-, natuur- en technologische wetenschappen in plantaardige en/of dierlijke productieprocessen of bij de productie van voedingsmiddelen. De opleiding wordt gekenmerkt door een brede interesse voor plantaardige en dierlijke productie, verwerking van agrarische producten en milieubeheer, gestoeld op een brede wetenschappelijke vorming.
Naast het theoretisch luik wordt al vanaf de eerste bachelor een groot aantal uren besteed aan toepassingen en laboratoriumoefeningen, wat later wordt aangevuld met contacten met het werkveld. In het 1e jaar ligt de klemtoon op exacte wetenschappen als wiskunde, fysica en chemie. De biologische vakken anatomie en fysiologie van plant en dier krijgen ook bijzondere aandacht. In het 2e jaar komen daar o.a. nog biochemie, genetica, bodemkunde en microbiologie als belangrijke vakken bij.
Voor wie?
Het spreekt voor zich dat een uitgesproken interesse voor wiskunde en wetenschappen onontbeerlijk is voor al wie een ingenieursstudie wil aanvatten. Een voorkennis van minstens 4 uur wiskunde per week (in het secundair) wordt ten sterkste aangeraden. Een specifieke voorkennis van opleidingsonderdelen zoals mechanica, elektriciteit en chemie is niet noodzakelijk.
De universiteiten organiseren voor kandidaat-studenten een starttoets. Deelname is verplicht. Je moet je wel vooraf inschrijven!
Studiepunten
180 (bachelor) + 60 (master)
Instellingen die de opleiding organiseren met keuzetraject(en):
Onderwijskiezer ziet een keuzetraject als een essentieel deel van de opleiding, dat mede de eigenheid van die opleiding bepaalt. De onderwijsinstellingen gebruiken verschillende benamingen en /of criteria om een keuzetraject aan te duiden. Daarom kiezen we er voor om een vak of een pakket van vakken als keuzetraject te benoemen als dit minstens 6 studiepunten omvat.
Toegepaste dierwetenschappen |
Toegepaste omgevingswetenschappen |
Toegepaste plantwetenschappen |
Toegepaste voedingswetenschappen |
Biotechnologie |
Landbouwkunde |
Tuinbouwkunde |
Voedingsindustrie |
TOELATINGSVOORWAARDEN
Je wordt rechtstreeks toegelaten tot een academische bacheloropleiding als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's, behaald aan een onderwijsinstelling van de Vlaamse Gemeenschap:
- een diploma van secundair onderwijs;
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
- een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
- een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid)
Uitzonderingen : - Er is een toelatingsexamen voor de bacheloropleidingen in de studiegebieden Diergeneeskunde, Geneeskunde en Tandheelkunde (info: toelatingsexamenartstandarts.be );
- Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
- Er is een ijkingstoets voor een aantal opleidingen. Bij sommige is die verplicht. Meer info vind je hier.
Afwijkende toelatingsvoorwaarden:
De onderwijsinstellingen hebben een reglement moeten opstellen voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen.
Dit reglement kan je bij de instelling van je keuze opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. Een gesprek, een proef, ..).
4. Nationaliteit en taalbeheersing
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs !!
Toelatingsvoorwaarden voor studenten uit Nederland
Met een Nederlands VWO-diploma of met een HBO-propedeuse word je rechtstreeks toegelaten tot een academische bachelorpleiding aan een Vlaamse universiteit.
Nederlandse studenten met een ander diploma dienen een toelatingsaanvraag in bij de universiteit.
Extra voorwaarden voor en studenten met een diploma secundair onderwijs van de Franstalige of Duitstalige Gemeenschap, een Europees of Internationaal Baccalaureaat behaald in België of in het buitenland?
Je dient een aanvraag in bij de universiteit waar je de opleiding wenst te volgen. Houd hierbij rekening met de applicatie-deadlines, die kunnen verschillen i.f.v. nationaliteit en opleiding.
Situering
Opleiding: Biowetenschappen
Studieniveau: Academische bachelor - HO
Specificatie: Bachelor of Science
Studiegebied: Biotechniek
Belangstellingsdomeinen: Exacte wetenschappen, Techniek, Wiskunde-cijferwerk,
Schoolvakken SO: Biologie, Biotechniek, Chemie, Landbouw, Tuinbouw, Voeding,
Vervolgopleidingen
een masteropleiding
Na een academisch gerichte bacheloropleiding ga je normalerwijze een masteropleiding volgen. Een master omvat minstens 60 studiepunten. Masters zijn altijd academisch gericht, maar kunnen ook een professionele gerichtheid hebben. Onderwijskiezer vermeldt hier de masters van het studiegebied van deze opleiding. Let wel dat je niet automatisch in al deze masters toegelaten wordt! Het kan zijn dat je eerst een voorbereidingsprogramma moet volgen.
Masteropleidingen binnen dit studiegebied
een postgraduaat
Verder studeren kan ook in een postgraduaat. Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten.. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.
een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)
Een Ba-na-ba is een opleiding van 60 studiepunten. Het is in feite een voortgezette, gespecialiseerde (verbredend of verdiepend) opleiding. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De opleiding leidt tot een diploma. Een Ba-na-ba kan je niet volgen als basisdiploma. Je kan een Ba-na-ba starten als je een bachelor of masterdiploma hebt behaald. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per Ba-na-Ba
een verkorte bachelor/master
Wanneer je een andere bachelor/master wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt
dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor/master leidt naar een volwaardig
bachelor-/masterdiploma.
Voor informatie over je mogelijkheden kan je terecht bij de onderwijsinstellingen.
Mits het volgen van een voorbereidingsprogramma zijn er waarschijnlijk nog andere opleidingen mogelijk. De mogelijkheden hangen af van je vooropleiding, EVC’s, EVK’s ... Contacteer de instellingen voor hoger onderwijs voor concrete informatie.
een lerarenopleiding
Na een academische bachelor kan je via een verkorte educatieve bacheloropleiding leraar worden. Deze opleiding neemt 60 studiepunten in beslag en wordt georganiseerd door een hogeschool. Meer info.
Als je voldoet aan de toelatingsvoorwaarden kan je ook een Educatieve masteropleiding volgen.
na- of bijscholingen
Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.
Instellingen
Kleinhoefstraat 4 2440 Geel
Sint-Pietersnieuwstraat 33 9000 Gent
Beroepsuitwegen
Deze beschrijving veronderstelt dat je het masterniveau hebt behaald.
Het werkterrein van de master in de Biowetenschappen richt zich zowel tot de dierlijke als plantaardige sector als tot de voedingsindustrie.
Industrieën verwant aan deze sectoren vormen ook een belangrijk werkterrein.
Dit kan enerzijds zijn bij de vervaardiging van de producten die bestemd zijn voor de agro-foodindustrie zoals meststoffen, veevoeders en reinigings- en desinfectiemiddelen.
Anderzijds kan het ook gaan over valorisatie van producten afkomstig van de landbouw zoals verwerking, conservering, verduurzaming en zuivering.
Het werkterrein is sterk innovatief.
Naast de productietakken biedt ook het beheer van natuurgebieden nieuwe tewerkstellingsgebieden.
De belangrijkste uitwegen zijn:
- de agrarische en voedingsindustrieën: landbouw- en tuinbouwondernemingen, fabrieken voor meststoffen, maalderij- en veevoederbedrijven, brouwerijen en gistingsbedrijven, zuivelindustrie, conserveringsbedrijven, suikerraffinaderijen, jam- en stroopfabrieken, biochemische bedrijven
- onderzoekscentra en ontwikkelingslaboratoria voor biotechnologie
- diensten van de federale of gewestelijke overheid (bv. departement Leefmilieu en Infrastructuur): ruilverkaveling, voorlichting als bedrijfsconsulent, proefstations, zuiveringsstations, ...
- handel en marketing van land- en tuinbouwproducten
- beroepsverenigingen voor de landbouw (bv. Belgische Boerenbond)
- zelfstandig land- en tuinbouwbedrijf
- ontwikkelingslanden waar nog een groot tekort is aan bio-ingenieurs
- secundair onderwijs: opleidingen land- en tuinbouw, mits het behalen van een getuigschrift van pedagogische bekwaamheid.
Hier een overzicht van mogelijke aansluitende beroepen uit de beroependatabase van onderwijskiezer.
Er kunnen steeds nog andere mogelijkheden zijn.
Klik op een beroep voor meer informatie.
Mogelijke beroepen
Industrieel ingenieur
Landbouwkundig adviseur
Landbouwkundig onderzoeker
Leidinggevende milieuzorg en sanering
Onderzoeker exacte wetenschappen
Projectmanager engineering
Supervisor natuurpatrimonium
Technicus veiligheid, hygi�ne en leefmilieu
Verantwoordelijke eco-industri�le onderneming
Vlaamse Kwalificatiestructuur
-
Kwalificaties beschrijven wat je moet kennen en kunnen om een beroep uit te oefenen, een opleiding te starten of deel te nemen aan de maatschappij. De Kwalificatiedatabank bevat alle beroepskwalificaties en onderwijskwalificaties uit de Vlaamse kwalificatiestructuur.
Studierendement
Studierendement is iets anders dan slaagpercentage.
Toelichting vind je onder de tabel. We raden je aan om de cijfers rond het studierendement met een (leerling)begeleider of een CLB-medewerker te bespreken.
Vanaf schooljaar 2025-2026 zullen omwille van de modernisering van het SO de cijfers tijdelijk niet beschikbaar zijn.
Vanaf 2027-2028 levert het departement onderwijs en vorming nieuwe cijfers aan.
Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (= 30 of meer) uit eenzelfde studierichting voor een bepaalde opleiding binnen het hoger onderwijs kiest, beschikt men over betrouwbare cijfers over het studierendement.
Voor deze opleiding worden geen Studierendement- cijfers weergegeven.
Dit betekent niet dat geen enkele student kiest voor deze opleiding hoger onderwijs en succes heeft in die richting.
Dit betekent wel dat er minder dan 30 studenten uit eenzelfde secundaire studierichting voor deze opleiding hoger onderwijs hebben gekozen.
Hierdoor beschikken we niet over resultaten die statistisch significant (betekenisvol) zijn en kunnen er geen betrouwbare percentages aan gekoppeld worden.
Gegevens bijgewerkt tot 20-03-2023 |