Ingenieurswetenschappen: Materiaalkunde - Academische bachelor

 

De opleiding wordt gekenmerkt door een sterke nadruk op het wetenschappelijke aspect van de techniek. Het curriculum is dan ook, zeker de eerste jaren, sterk wiskundig en natuurwetenschappelijk getint.


De ingenieur vertaalt de wetenschappelijke kennis naar concrete technische toepassingen in verschillende domeinen. Inhoudelijk zijn er drie belangrijke basispijlers:



  • de wiskundige basiskennis en -vaardigheden en hun ingenieurstoepassingen;

  • de wetenschapsvakken;

  • de ontwerpgerichte ingenieursvakken en de ingenieursattitude.


In deze afstudeerrichting krijg je o.a. deze specifieke vakken: polymeercomposieten, metalen (mechanisch gedrag en vormgeving), breuk en degradatie van materialen, circulaire materialen, materialsfor energy conversion and storage, P&O materiaalkunde (bachelorproef).


Vakken als economie, wijsbegeerte of psychologie kunnen aan het programma worden toegevoegd. De opbouw van het programma verschilt per universiteit.


De master leidt tot de beroepstitel van burgerlijk ingenieur.


Voor wie?



  • Je bent sterk geïnteresseerd in wiskunde en positieve wetenschappen.

  • Je hebt in het secundair onderwijs liefst een richting gevolgd met minstens zes uur wiskunde in de laatste jaren.

  • Je bent geboeid door de technologische aspecten van industriële toepassingen.

  • Je wilt het hoe en waarom van systemen, machines en installaties bestuderen en je bent bereid om hiervoor de wiskunde en de basiswetenschappen met enthousiasme en werklust grondig aan te pakken.

  • Aangezien je later vaak in leidinggevende posities terechtkomt, is het belangrijk dat je over de nodige communicatie- en sociale vaardigheden beschikt.


De universiteiten organiseren voor kandidaat-studenten een starttoets. Deelname is voor deze richting verplicht en je moet je vooraf inschrijven.


Aanvullende info:

KU Leuven


Studiepunten

180 (bachelor) + 120 (master)

Ingenieurswetenschappen: Materiaalkunde - Academische bachelor

Algemene info

De opleiding wordt gekenmerkt door een sterke nadruk op het wetenschappelijke aspect van de techniek. Het curriculum is dan ook, zeker de eerste jaren, sterk wiskundig en natuurwetenschappelijk getint.


De ingenieur vertaalt de wetenschappelijke kennis naar concrete technische toepassingen in verschillende domeinen. Inhoudelijk zijn er drie belangrijke basispijlers:



  • de wiskundige basiskennis en -vaardigheden en hun ingenieurstoepassingen;

  • de wetenschapsvakken;

  • de ontwerpgerichte ingenieursvakken en de ingenieursattitude.


In deze afstudeerrichting krijg je o.a. deze specifieke vakken: polymeercomposieten, metalen (mechanisch gedrag en vormgeving), breuk en degradatie van materialen, circulaire materialen, materialsfor energy conversion and storage, P&O materiaalkunde (bachelorproef).


Vakken als economie, wijsbegeerte of psychologie kunnen aan het programma worden toegevoegd. De opbouw van het programma verschilt per universiteit.


De master leidt tot de beroepstitel van burgerlijk ingenieur.


Voor wie?



  • Je bent sterk geïnteresseerd in wiskunde en positieve wetenschappen.

  • Je hebt in het secundair onderwijs liefst een richting gevolgd met minstens zes uur wiskunde in de laatste jaren.

  • Je bent geboeid door de technologische aspecten van industriële toepassingen.

  • Je wilt het hoe en waarom van systemen, machines en installaties bestuderen en je bent bereid om hiervoor de wiskunde en de basiswetenschappen met enthousiasme en werklust grondig aan te pakken.

  • Aangezien je later vaak in leidinggevende posities terechtkomt, is het belangrijk dat je over de nodige communicatie- en sociale vaardigheden beschikt.


De universiteiten organiseren voor kandidaat-studenten een starttoets. Deelname is voor deze richting verplicht en je moet je vooraf inschrijven.


Studiepunten

180 (bachelor) + 120 (master)


Instellingen:

KU Leuven


Taal

TOELATINGSVOORWAARDEN

Je wordt rechtstreeks toegelaten tot een academische bacheloropleiding als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's, behaald aan een onderwijsinstelling van de Vlaamse Gemeenschap:

  • een diploma van secundair onderwijs;
  • een diploma van het vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
  • een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
  • een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid)

    Uitzonderingen :
  • Er is een toelatingsexamen voor de bacheloropleidingen in de studiegebieden Diergeneeskunde, Geneeskunde en Tandheelkunde (info: toelatingsexamenartstandarts.be );
  • Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
  • Er is een ijkingstoets voor een aantal opleidingen. Bij sommige is die verplicht. Meer info vind je hier

Afwijkende toelatingsvoorwaarden:
De onderwijsinstellingen hebben een reglement moeten opstellen voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen.
Dit reglement kan je bij de instelling van je keuze opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. Een gesprek, een proef, ..).
4. Nationaliteit en taalbeheersing
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs !!  

Toelatingsvoorwaarden voor studenten uit Nederland

Met een Nederlands VWO-diploma  of met een HBO-propedeuse word je rechtstreeks toegelaten tot een academische bachelorpleiding aan een Vlaamse universiteit.
Nederlandse studenten met een ander diploma dienen een toelatingsaanvraag in bij de universiteit.

Extra voorwaarden voor en studenten met een diploma secundair onderwijs van de Franstalige of Duitstalige Gemeenschap, een Europees of Internationaal Baccalaureaat behaald in België of in het buitenland?
Je dient een aanvraag in bij de universiteit waar je de opleiding wenst te volgen. Houd hierbij rekening met de applicatie-deadlines, die kunnen verschillen i.f.v. nationaliteit en opleiding.

Situering

Opleiding: Ingenieurswetenschappen: Materiaalkunde 

Studieniveau: Academische bachelor - HO

Studiegebied: Toegepaste wetenschappen

Belangstellingsdomeinen: Exacte wetenschappen, Techniek, Wiskunde-cijferwerk,

Schoolvakken SO: Chemie, Elektriciteit, Elektromechanica, Elektronica, Fysica, Informatica, Mechanica, Natuurwetenschappen, Wetenschappen, Wiskunde,

Vervolgopleidingen


een masteropleiding

Na een academisch gerichte bacheloropleiding ga je normalerwijze een masteropleiding volgen. Een master omvat minstens 60 studiepunten. Masters zijn altijd academisch gericht, maar kunnen ook een professionele gerichtheid hebben. Onderwijskiezer vermeldt hier de masters van het studiegebied van deze opleiding. Let wel dat je niet automatisch in al deze masters toegelaten wordt! Het kan zijn dat je eerst een voorbereidingsprogramma moet volgen.

Masteropleidingen binnen dit studiegebied







































































een postgraduaat

Verder studeren kan ook in een postgraduaat. Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten.. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties.  Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.


een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)

Een Ba-na-ba is een opleiding van 60 studiepunten. Het is in feite een voortgezette, gespecialiseerde (verbredend of verdiepend) opleiding. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De opleiding leidt tot een diploma. Een Ba-na-ba kan je niet volgen als basisdiploma. Je kan een Ba-na-ba starten als je een bachelor of masterdiploma hebt behaald. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per Ba-na-Ba


een verkorte bachelor/master

Wanneer je een andere bachelor/master wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor/master leidt naar een volwaardig bachelor-/masterdiploma.
Voor informatie over je mogelijkheden kan je terecht bij de onderwijsinstellingen.

Mits het volgen van een voorbereidingsprogramma zijn er waarschijnlijk nog andere opleidingen mogelijk. De mogelijkheden hangen af van je vooropleiding, EVC’s, EVK’s ... Contacteer de instellingen voor hoger onderwijs voor concrete informatie.


een lerarenopleiding

Na een academische bachelor kan je via een verkorte educatieve bacheloropleiding leraar worden. Deze opleiding neemt 60 studiepunten in beslag en wordt georganiseerd door een hogeschool. Meer info.

Als je voldoet aan de toelatingsvoorwaarden kan je ook een Educatieve masteropleiding volgen.


na- of bijscholingen

Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.

Instellingen

  
Oude Markt 13  3000 Leuven

Beroepsuitwegen

Deze beschrijving veronderstelt dat je het masterniveau hebt behaald.

De tewerkstellingsmogelijkheden voor burgerlijk ingenieurs zijn niet onder één noemer te brengen.
Door de gekozen specialisatie kunnen er grote verschillen zijn in de sectoren waar ingenieurs terechtkomen. Velen doen aan wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling bij universiteiten en onderzoekscentra.
Burgerlijk ingenieurs vinden we ook terug als lesgever in het secundair en hoger onderwijs.
Een aantal Masters in de ingenieurswetenschappen: materiaalkunde zijn werkzaam in het fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek over de eigenschappen, het gedrag, de vormgeving en de productie van verschillende types materialen, zoals metalen, kunststoffen, keramiek, composieten, ‘nieuwe’ materialen ... Anderen analyseren en optimaliseren bestaande of nieuwe productie- en verwerkingsmethoden.
Belangrijke, traditionele industriesectoren voor de materiaal-deskundigen zijn de metaalindustrie (ijzer en staal, non-ferro-legeringen: productie en verwerking), scheepswerven, assemblagebedrijven (auto’s), constructiebedrijven voor spoorwegmaterieel, chemische bedrijven (polymeren, materiaalkeuze), machinefabrieken, micro-elektronicabedrijven (halfgeleiders), controle-organen en expertisebureaus (materiaaleigenschappen en studie van schadegevallen).
Enkele typische beroepsprofielen zijn procesingenieur, productontwikkelaar, kwaliteitsingenieur, raadgevend ingenieur en onderzoeker. 

Klik hieronder op één van de beroepen voor een beschrijving van dat beroep, inclusief looninformatie en actuele vacatures.

Mogelijke beroepen

Burgerlijk ingenieur
Expert onderzoek en ontwikkeling in de industrie ( knelpuntberoep)
Onderzoeker exacte wetenschappen

Vlaamse Kwalificatiestructuur

  • Kwalificaties beschrijven wat je moet kennen en kunnen om een beroep uit te oefenen, een opleiding te starten of deel te nemen aan de maatschappij. De Kwalificatiedatabank bevat alle beroepskwalificaties en onderwijskwalificaties uit de Vlaamse kwalificatiestructuur.

VKS - Onderwijskwalificatie Academische Bachelor: Bachelor of Science in de ingenieurswetenschappen

Studierendement

Studierendement is iets anders dan slaagpercentage.
Toelichting vind je onder de tabel. We raden je aan om de cijfers rond het studierendement met een (leerling)begeleider of een CLB-medewerker te bespreken.
Vanaf schooljaar 2025-2026 zullen omwille van de modernisering van het SO de cijfers tijdelijk niet beschikbaar zijn.
Vanaf 2027-2028 levert het departement onderwijs en vorming nieuwe cijfers aan.

Studierichting 3e graad SO Aantal studenten Participatie-
graad
Gemiddeld
SR
SR
0%
SR
1-24%
SR
25-49%
SR
50-84%
SR
85-100%
SR
nvt
Economie-wiskunde (ASO) 65 0,99 47,2 7 17 6 16 8 11
Grieks-wiskunde (ASO) 220 13,48 80,4 1 21 18 30 141 9
Industriële wetenschappen (TSO) 224 5,76 61,0 18 38 37 38 80 13
Latijn-wetenschappen (ASO) 46 0,78 66,4 2 7 5 13 17 2
Latijn-wiskunde (ASO) 1060 9,68 74,6 16 116 115 205 561 47
Techniek-wetenschappen (TSO) 32 0,68 31,5 3 11 6 4 2 6
Wetenschappen-wiskunde (ASO) 3614 8,56 69,5 97 531 434 724 1672 156

Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.

Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten (waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%, 50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% = de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.

Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:

  • ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
  • VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
  • met een DIPLOMACONTRACT,
  • aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.

Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.

Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.

extra info over studierendement



bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming


Gegevens bijgewerkt tot 12-09-2024

Ingenieurswetenschappen: Materiaalkunde - Academische bachelor

Algemene info

De opleiding wordt gekenmerkt door een sterke nadruk op het wetenschappelijke aspect van de techniek. Het curriculum is dan ook, zeker de eerste jaren, sterk wiskundig en natuurwetenschappelijk getint.


De ingenieur vertaalt de wetenschappelijke kennis naar concrete technische toepassingen in verschillende domeinen. Inhoudelijk zijn er drie belangrijke basispijlers:



  • de wiskundige basiskennis en -vaardigheden en hun ingenieurstoepassingen;

  • de wetenschapsvakken;

  • de ontwerpgerichte ingenieursvakken en de ingenieursattitude.


In deze afstudeerrichting krijg je o.a. deze specifieke vakken: polymeercomposieten, metalen (mechanisch gedrag en vormgeving), breuk en degradatie van materialen, circulaire materialen, materialsfor energy conversion and storage, P&O materiaalkunde (bachelorproef).


Vakken als economie, wijsbegeerte of psychologie kunnen aan het programma worden toegevoegd. De opbouw van het programma verschilt per universiteit.


De master leidt tot de beroepstitel van burgerlijk ingenieur.


Voor wie?



  • Je bent sterk geïnteresseerd in wiskunde en positieve wetenschappen.

  • Je hebt in het secundair onderwijs liefst een richting gevolgd met minstens zes uur wiskunde in de laatste jaren.

  • Je bent geboeid door de technologische aspecten van industriële toepassingen.

  • Je wilt het hoe en waarom van systemen, machines en installaties bestuderen en je bent bereid om hiervoor de wiskunde en de basiswetenschappen met enthousiasme en werklust grondig aan te pakken.

  • Aangezien je later vaak in leidinggevende posities terechtkomt, is het belangrijk dat je over de nodige communicatie- en sociale vaardigheden beschikt.


De universiteiten organiseren voor kandidaat-studenten een starttoets. Deelname is voor deze richting verplicht en je moet je vooraf inschrijven.


Studiepunten

180 (bachelor) + 120 (master)


Instellingen:

KU Leuven


Taal

TOELATINGSVOORWAARDEN

Je wordt rechtstreeks toegelaten tot een academische bacheloropleiding als je in het bezit bent van één van onderstaande diploma's, behaald aan een onderwijsinstelling van de Vlaamse Gemeenschap:

  • een diploma van secundair onderwijs;
  • een diploma van het vroegere hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
  • een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs (HBO5 Verpleegkunde en Graduaatsopleidingen);
  • een diploma van het vroegere hoger onderwijs voor sociale promotie (met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid)

    Uitzonderingen :
  • Er is een toelatingsexamen voor de bacheloropleidingen in de studiegebieden Diergeneeskunde, Geneeskunde en Tandheelkunde (info: toelatingsexamenartstandarts.be );
  • Er zijn bekwaamheidsproeven (artistieke toelatingsproeven) om toegelaten te worden tot de opleidingen in de studiegebieden 'Audiovisuele en beeldende kunst' en 'Muziek en podiumkunsten'.
  • Er is een ijkingstoets voor een aantal opleidingen. Bij sommige is die verplicht. Meer info vind je hier

Afwijkende toelatingsvoorwaarden:
De onderwijsinstellingen hebben een reglement moeten opstellen voor kandidaten die niet aan de algemene toelatingsvoorwaarden voldoen.
Dit reglement kan je bij de instelling van je keuze opvragen.
De afwijkende toelatingsvoorwaarden kunnen gebaseerd zijn op:
1. humanitaire redenen;
2. medische, psychische of sociale redenen;
3. het algemeen niveau van de kandidaat, getoetst op de door het instellingsbestuur bepaalde wijze (bv. Een gesprek, een proef, ..).
4. Nationaliteit en taalbeheersing
Weet wel dat dergelijke toelating niet gelijkgesteld is aan het diploma secundair onderwijs !!  

Toelatingsvoorwaarden voor studenten uit Nederland

Met een Nederlands VWO-diploma  of met een HBO-propedeuse word je rechtstreeks toegelaten tot een academische bachelorpleiding aan een Vlaamse universiteit.
Nederlandse studenten met een ander diploma dienen een toelatingsaanvraag in bij de universiteit.

Extra voorwaarden voor en studenten met een diploma secundair onderwijs van de Franstalige of Duitstalige Gemeenschap, een Europees of Internationaal Baccalaureaat behaald in België of in het buitenland?
Je dient een aanvraag in bij de universiteit waar je de opleiding wenst te volgen. Houd hierbij rekening met de applicatie-deadlines, die kunnen verschillen i.f.v. nationaliteit en opleiding.

Situering

Opleiding: Ingenieurswetenschappen: Materiaalkunde 

Studieniveau: Academische bachelor - HO

Studiegebied: Toegepaste wetenschappen

Belangstellingsdomeinen: Exacte wetenschappen, Techniek, Wiskunde-cijferwerk,

Schoolvakken SO: Chemie, Elektriciteit, Elektromechanica, Elektronica, Fysica, Informatica, Mechanica, Natuurwetenschappen, Wetenschappen, Wiskunde,

Vervolgopleidingen


een masteropleiding

Na een academisch gerichte bacheloropleiding ga je normalerwijze een masteropleiding volgen. Een master omvat minstens 60 studiepunten. Masters zijn altijd academisch gericht, maar kunnen ook een professionele gerichtheid hebben. Onderwijskiezer vermeldt hier de masters van het studiegebied van deze opleiding. Let wel dat je niet automatisch in al deze masters toegelaten wordt! Het kan zijn dat je eerst een voorbereidingsprogramma moet volgen.

Masteropleidingen binnen dit studiegebied







































































een postgraduaat

Verder studeren kan ook in een postgraduaat. Dit is een opleiding van minstens 20 studiepunten.. Het geeft recht op een getuigschrift. Bedoeling is: verdere professionele vorming, verbreding of verdieping van de reeds verworven competenties.  Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De toelating tot een postgraduaat verschilt per opleiding. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per opleiding.


een bachelor-na-bacheloropleiding (Ba-na-Ba)

Een Ba-na-ba is een opleiding van 60 studiepunten. Het is in feite een voortgezette, gespecialiseerde (verbredend of verdiepend) opleiding. Je hoeft er geen leerkrediet voor in te zetten. De opleiding leidt tot een diploma. Een Ba-na-ba kan je niet volgen als basisdiploma. Je kan een Ba-na-ba starten als je een bachelor of masterdiploma hebt behaald. Raadpleeg de toelatingsvoorwaarden per Ba-na-Ba


een verkorte bachelor/master

Wanneer je een andere bachelor/master wilt behalen, kan dat soms via een verkort traject. Je behaalt dan het diploma op kortere termijn. De verkorte bachelor/master leidt naar een volwaardig bachelor-/masterdiploma.
Voor informatie over je mogelijkheden kan je terecht bij de onderwijsinstellingen.

Mits het volgen van een voorbereidingsprogramma zijn er waarschijnlijk nog andere opleidingen mogelijk. De mogelijkheden hangen af van je vooropleiding, EVC’s, EVK’s ... Contacteer de instellingen voor hoger onderwijs voor concrete informatie.


een lerarenopleiding

Na een academische bachelor kan je via een verkorte educatieve bacheloropleiding leraar worden. Deze opleiding neemt 60 studiepunten in beslag en wordt georganiseerd door een hogeschool. Meer info.

Als je voldoet aan de toelatingsvoorwaarden kan je ook een Educatieve masteropleiding volgen.


na- of bijscholingen

Hogescholen en universiteiten hebben doorgaans ook een aanbod van diverse na- of bijscholingen. Informatie hierover vind je niet op Onderwijskiezer, maar bij de onderwijsinstelling.

Instellingen

  
Oude Markt 13  3000 Leuven

Beroepsuitwegen

Deze beschrijving veronderstelt dat je het masterniveau hebt behaald.

De tewerkstellingsmogelijkheden voor burgerlijk ingenieurs zijn niet onder één noemer te brengen.
Door de gekozen specialisatie kunnen er grote verschillen zijn in de sectoren waar ingenieurs terechtkomen. Velen doen aan wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling bij universiteiten en onderzoekscentra.
Burgerlijk ingenieurs vinden we ook terug als lesgever in het secundair en hoger onderwijs.
Een aantal Masters in de ingenieurswetenschappen: materiaalkunde zijn werkzaam in het fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek over de eigenschappen, het gedrag, de vormgeving en de productie van verschillende types materialen, zoals metalen, kunststoffen, keramiek, composieten, ‘nieuwe’ materialen ... Anderen analyseren en optimaliseren bestaande of nieuwe productie- en verwerkingsmethoden.
Belangrijke, traditionele industriesectoren voor de materiaal-deskundigen zijn de metaalindustrie (ijzer en staal, non-ferro-legeringen: productie en verwerking), scheepswerven, assemblagebedrijven (auto’s), constructiebedrijven voor spoorwegmaterieel, chemische bedrijven (polymeren, materiaalkeuze), machinefabrieken, micro-elektronicabedrijven (halfgeleiders), controle-organen en expertisebureaus (materiaaleigenschappen en studie van schadegevallen).
Enkele typische beroepsprofielen zijn procesingenieur, productontwikkelaar, kwaliteitsingenieur, raadgevend ingenieur en onderzoeker. 

Klik hieronder op één van de beroepen voor een beschrijving van dat beroep, inclusief looninformatie en actuele vacatures.

Mogelijke beroepen

Burgerlijk ingenieur
Expert onderzoek en ontwikkeling in de industrie ( knelpuntberoep)
Onderzoeker exacte wetenschappen

Vlaamse Kwalificatiestructuur

  • Kwalificaties beschrijven wat je moet kennen en kunnen om een beroep uit te oefenen, een opleiding te starten of deel te nemen aan de maatschappij. De Kwalificatiedatabank bevat alle beroepskwalificaties en onderwijskwalificaties uit de Vlaamse kwalificatiestructuur.

VKS - Onderwijskwalificatie Academische Bachelor: Bachelor of Science in de ingenieurswetenschappen

Studierendement

Studierendement is iets anders dan slaagpercentage.
Toelichting vind je onder de tabel. We raden je aan om de cijfers rond het studierendement met een (leerling)begeleider of een CLB-medewerker te bespreken.
Vanaf schooljaar 2025-2026 zullen omwille van de modernisering van het SO de cijfers tijdelijk niet beschikbaar zijn.
Vanaf 2027-2028 levert het departement onderwijs en vorming nieuwe cijfers aan.

Studierichting 3e graad SO Aantal studenten Participatie-
graad
Gemiddeld
SR
SR
0%
SR
1-24%
SR
25-49%
SR
50-84%
SR
85-100%
SR
nvt
Economie-wiskunde (ASO) 65 0,99 47,2 7 17 6 16 8 11
Grieks-wiskunde (ASO) 220 13,48 80,4 1 21 18 30 141 9
Industriële wetenschappen (TSO) 224 5,76 61,0 18 38 37 38 80 13
Latijn-wetenschappen (ASO) 46 0,78 66,4 2 7 5 13 17 2
Latijn-wiskunde (ASO) 1060 9,68 74,6 16 116 115 205 561 47
Techniek-wetenschappen (TSO) 32 0,68 31,5 3 11 6 4 2 6
Wetenschappen-wiskunde (ASO) 3614 8,56 69,5 97 531 434 724 1672 156

Per bacheloropleiding die je kan volgen in het hoger onderwijs kan je hier bekijken wat de resultaten zijn van afgestudeerden uit verschillende studierichtingen uit het secundair onderwijs. De resultaten geven weer voor welk deel van de opleiding de studenten slaagden in hun eerste jaar hoger onderwijs. Dit wordt het studierendement genoemd en wordt uitgedrukt als een percentage. De berekeningen gebeurden op basis van de studiekeuzes die leerlingen in Vlaanderen maakten in de voorbije jaren.

Om te weten hoe goed leerlingen het doen in het eerste jaar hoger onderwijs kijkt men naar het studierendement. Onderstaande tabel geeft het studierendement (SR) in het eerste jaar van het hoger onderwijs weer van studenten uit een secundaire studierichting. Dit is de verhouding van het aantal verworven studiepunten (waarvoor geslaagd) t.o.v. het aantal opgenomen studiepunten (waarvoor ingeschreven). Dit percentage wordt weergegeven in 5 categorieën: 0%, 1-24%, 25-49%, 50-84% en 85-100%.
Vb. De tabel geeft ook het gewogen gemiddeld studierendement weer. Daarbij weegt een student zwaarder door naarmate hij meer studiepunten heeft opgenomen. Vb. Een gemiddeld SR van 68% = de studenten uit een secundaire studierichting zijn samen geslaagd voor 68% van de studiepunten waarvoor ze zich hadden ingeschreven. Hoe hoger het gemiddeld SR hoe beter de studenten uit deze secundaire studierichting het gemiddeld doen in een bepaalde bachelor.

Er wordt alleen rekening gehouden met jongeren die zich:

  • ONMIDDELLIJK (= zonder onderbreking) na het secundair onderwijs,
  • VOOR HET EERST inschrijven in een academische of professionele bachelor,
  • met een DIPLOMACONTRACT,
  • aan een Vlaamse universiteit of hogeschool.

Secundaire studierichting: de studierichting in het Secundair onderwijs waarvoor het diploma behaald werd .
Opleiding Hoger onderwijs: : de professionele of academische bachelor waarin men zich voor het eerst inschrijft na het Secundair onderwijs.
Aantal studenten: het aantal leerlingen uit een secundaire studierichting dat zich inschreef in een bepaalde bacheloropleiding van het hoger onderwijs.
Participatiegraad: het % studenten t.o.v. van alle afgestudeerden (uit een secundaire studierichting) dat zich ingeschreven heeft in deze opleiding van het hoger onderwijs.

Enkel wanneer een voldoende aantal leerlingen (=30) uit een deze secundaire studierichting voor een bepaalde bachelor kiest, worden de cijfers weergegeven.
Opgelet: deze cijfers hebben betrekking op gemiddelden en geven geen oorzakelijk verband weer tussen de studiekeuze in het secundair onderwijs en het studierendement in het hoger onderwijs.

extra info over studierendement



bron: Ministerie van Onderwijs en Vorming


Gegevens bijgewerkt tot 12-09-2024